Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible
H2004הֵןhên; feminine plural from 1931; they (only used when emphatic) — × in, such like, (with) them, thereby, therein, (more than) they, wherein, in which, whom, withal.
Synoniemen en afgeleide woorden
Hebreeuws הוּאH1931 "zelf, het, zij, die, ook, datzelve, dat, dit, deze, hij, zo, dien"; Hebreeuws הֵנָּהH2007 "dezen, nog wel meer, daarvan, die, zij, alzulks en alzulks, van die, deze"; Hebreeuws הֵנָּהH2008 "hierheen, herwaarts of derwaarts, tot hiertoe, eerder, hier, aan deze...aan gene, herwaarts, tot nu"; Hebreeuws עֲדֶןH5728 "yet";