Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Woordstudie
Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible
H2970יַאֲזַנְיָהYaʼăzanyâh; or יַאֲזַנְיָהוּ; from 238 and 3050; heard of Jah; Jaazanjah, the name of four Israelites — Jaazaniah. Compare 3153.
Synoniemen en afgeleide woorden
Hebreeuws אָזַןH238 "het oor neigen, ter, het oor, ter ore nemen, zijn (de) oren neigen, horen, het oor lenen"; Hebreeuws יָהּH3050 "HEERE"; Hebreeuws יְזַנְיָהH3153 "Jezanja";