Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
H3117_ יוֹם
dag
Taal: Hebreeuws
Onderwerpen
Dag,
Statistieken
Komt 2318x voor in 39 Bijbelboeken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Woordstudie
ywōm, zn. mnl., TWOT 852
1) dag, als יוֹם, losstaand en niet verbonden met een voorzetsel, is het in alle gevallen “dag”; 1a) als tegenstelling tot "nacht" (Gen. 1:5; 8:22; 29:7) (Prof. dr. P.A. Siebesma, ‘Enkele grammaticale opmerkingen bij de uitleg van Gen. 1:1-5’, in de Handleiding bij de studie van het Bijbels Hebreeuws, Barneveld 1991, p. 57-84; E. Klein, p. 256); 2) tijd zonder verwijzing naar dag (כַּמָּ֕ה יְמֵ֖י שְׁנֵ֥י חַיֶּֽיךָ kammâ yəmê šənê ḥayyeyḵā Gen. 47:8). Wanneer יוֹם met een voorzetsel, zoals bijvoorbeeld be (in, op) wordt verbonden, dan kan wel vertaald worden met “ten tijde van” of “toen” in plaats van “op de dag (dat)”. Dit is echter een vaste uitdrukking, zoals we ook in het Nederlands kunnen zeggen “ten dage van” met de betekenis van “ten tijde van” (Prof. dr. P.A. Siebesma, ‘Enkele grammaticale opmerkingen bij de uitleg van Gen. 1:1-5’, in de Handleiding bij de studie van het Bijbels Hebreeuws, Barneveld 1991, p. 57-84); 2a) een periode "ten tijde van" (2 Sam. 21:1)
Zie Gen. 1:5 of er sprake is van dagen of een tijdperk bij de schepping.
Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon
יוֹם 2285 n.m. day 1 day, opp. night 2 Day as division of time 3 יוֹם י׳ day of Yahweh, chiefly as time of his coming in judgment, involving often blessedness for righteous 4 Pl. days of anyone 5 Days 6 יוֹם = time 7 Phrases
Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible
H3117 יוֹם yôwm; from an unused root meaning to be hot; a day (as the warm hours), whether literal (from sunrise to sunset, or from one sunset to the next), or figurative (a space of time defined by an associated term), (often used adverb) — age, always, chronicals, continually(-ance), daily, ((birth-), each, to) day, (now a, two) days (agone), elder, × end, evening, (for) ever(-lasting, -more), × full, life, as (so) long as (... live), (even) now, old, outlived, perpetually, presently, remaineth, × required, season, × since, space, then, (process of) time, as at other times, in trouble, weather, (as) when, (a, the, within a) while (that), × whole ( age), (full) year(-ly), younger.
Synoniemen en afgeleide woorden
Aramees יוֹם H3118 "dag, tijd"; Hebreeuws יוֹמָם H3119 "overdag, dag, dagelijks"; Hebreeuws יֵם H3222 "hete bronnen, muilen"; Hebreeuws יְמוּאֵל H3223 "Jemuel"; Hebreeuws יְמִימָה H3224 "Jemima";
Literatuur
- Peter D.H. Broers, Woordenboek van het Bijbels Hebreeuws, , [2007], ,
- H.W.F. Gesenius, Gesenius' Hebrew Grammar, , [2006], ,
- R. Laird Harris, Theological Wordbook of the Old Testament, (TWOT), [2003], 852,
- Ernest Klein, Comprehensive Etymological Dictionary of the Hebrew Language for Readers of English, , [2015], p. 256,
Mede mogelijk dankzij