H3772_ כָּרַת
vellen, afhouwen, uitroeien, afsnijden, maken (v.e. verbond), sluiten (v.e. verbond)
Taal: Hebreeuws

Statistieken

Komt 290x voor in 33 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie



Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H3772 כָּרַת kârath; a primitive root; to cut (off, down or asunder); by implication, to destroy or consume; specifically, to covenant (i.e. make an alliance or bargain, originally by cutting flesh and passing between the pieces) — be chewed, be con-(feder-) ate, covenant, cut (down, off), destroy, fail, feller, be freed, hew (down), make a league (covenant), × lose, perish, × utterly, × want.

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws כְּרִית H3747 "Kerit , Krith"; Hebreeuws כְּרִיתוּת H3748 "scheidbrief, echtscheiding, wegzending"; Hebreeuws כָּרֻתָה H3773 "balk"; Hebreeuws כְּרֵתִי H3774 "Keretieten , Cherethieten, Cheretim, Krethi";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

TuinTuin