Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
mooi, ornamentvol
niet gebruikt in Kal, om mooi te zijn, versierd. Blijkbaar gebruikt van het roze en warmte van het gezicht (zie פָּארוּר ,פָּרוּר, vergelijk Arabische فار, opwarmen, warm zijn, فورة gloeiende warmte), vandaar om trots op te zijn (wat >in het Arabisch, wordt uitgedrukt door een geharde keelklank فخر tot heerlijkheid, te roemen).
Piel 1) פְּאֵר tot sieren, bv. van het heiligdom, Jes. 60:7, 13, het volk van God, Jes. 55:5; steun aan de armen, Ps. 149:4 (cf. ornare beneficiis). 2) afl. van פֹּארָה onderzoeken van de takken, om zete vergaren Deut. 24:20.
Hitpael 1) om te worden versierd, vereerd, als een volk door God, Jes. 60:21, 61:3, om zichzelf te verheerlijken, zoals God Zijn gunsten schenkt aan zijn volk, gevolgd door בְּ Jes. 44:23; 49:3. 2) te roemen, gevolgd door עַל "tegen" iedereen, Richt. 7:02; Jes. 10:15.
Afleidingen: פְּאֵר, פּאֹרָה, פָּארוּר, תִּפְאֶרֶת (פֻּארָה, פָּארָן).
graven
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!