H7462_ רָעָה
weiden, (laten) grazen
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

Herder,

Statistieken

Komt 163x voor in 25 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

ra`ah, ww., TWOT 2185,2186



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

[רָעָה] vb. denom. Pi. be a special friend;—Ju 14:20

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H7462 רָעָה râʻâh; a primitive root; to tend a flock; i.e. pasture it; intransitively, to graze (literally or figuratively); generally to rule; by extension, to associate with (as a friend) — × break, companion, keep company with, devour, eat up, evil entreat, feed, use as a friend, make friendship with, herdman, keep (sheep) (-er), pastor, shearing house, shepherd, wander, waste.

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws מֵרֵעַ H4828 "companion, friend"; Hebreeuws מִרְעֶה H4829 "voederplaats, weiland"; Hebreeuws מִרְעִית H4830 "flock, pasture"; Hebreeuws רֵעַ H7453 "vriend, bekende, bloedverwant, stamverwant, medemens, geliefde, buur, tegenpartij"; Hebreeuws רֵעַ H7454 "gedachte"; Hebreeuws רֵעֶה H7463 "friend"; Hebreeuws רְעוּת H7468 "another, neighbour, mate"; Hebreeuws רְעוּת H7469 "vexation"; Hebreeuws רְעִי H7471 "pasture"; Hebreeuws רֹעִי H7473 "shepherd"; Hebreeuws רַעְיוֹן H7475 "streven, denken, gedachte, idee"; Hebreeuws רָעַע H7489 "kwaad, slecht, verdrietig, ontevreden zijn";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Hadderech