Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
H8034_ שֵׁם
naam, reputatie, titel
Taal: Hebreeuws
Onderwerpen
Naamgeving,
Statistieken
Komt 868x voor in 35 Bijbelboeken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Woordstudie
shem, zn. mnl.; TWOT 2405; Gerelateerd aan BAram. שֻׁם, Aram. שֵׁם ,שְׁמָא ,שׁוּם, Syr. שֵׁם ,שְׁמָא, OAram. שם, Palmyr. שם, Mand. שומא, Sabean. סם, Ugar. shm, Arab. ism, usm, sim, Ethiop. sem, Akkad. shumu "naam" (E. Klein, p. 664; BDB, שֵׁם).
1) naam; 1a) van een plaats (Gen. 2:11); 1b) van een persoon (Gen. 3:20; Ruth 1:2); 1c) אֶת־שֵׁ֣ם הַיֹּ֔ום naam van de dag (Ezech. 24:2); 2) reputatie, roem, glorie (Gen. 6:4; Num. 16:2; 1 Kron. 5:24; 12:30); 2a) van God וַיִּקְרָ֨א שְׁמֹ֜ו פֶּ֠לֶא יֹועֵץ֙ אֵ֣ל גִּבֹּ֔ור אֲבִיעַ֖ד שַׂר־שָׁלֹֽום wayyiqərā’ šəmwō pele’ ywō‘ēṣ ’ēl gibwōr ’ăḇî‘aḏ śar-šālwōm "en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst"(Jes. 9:5), הַמֶּ֔לֶךְ יְהוָ֥ה צְבָאֹ֖ות שְׁמֹֽו "de Koning JHWH Zebaot is zijn Naam" (Jer. 46:18; 48:15; 51:57; cf. Jer. 32:18; 48:15); 2a1) BH PBH Ivr. הַשֵּׁם "de Naam", als titel of verwijzing naar God (Lev. 24:11; Deut. 28:58); 2b) als samenstelling v.e. persoonsnaam שֶׁמְאֵבֶר H8038 Shemeber, שְׁמִידָע H8061 Shemida, שְׁמִירָמוֹת H8070 Semiramoth, etc.. Ook voorkomend in Ugar. en Phoen. inscripties als samenstelling v.e. naam (K. v.d. Toorn, p. 763); 3) Ivr. gedenkteken, monument יָ֣ד וָשֵׁ֔ם yāḏ wāšēm (Jes. 56:5);
Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon
שֵׁם 864 n.m. name 1 of river, beasts, city, i.e. exact designation of it 2 a usu. of pers. b = reputation c esp. as giving a man a kind of posthumous life, esp. in his sons 3 name, as designation of God 4 of false gods, use forbidden 5 = memorial, monument
Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible
H8034 שֵׁם shêm; a primitive word [perhaps rather from 7760 through the idea of definite and conspicuous position; compare 8064]; an appellation, as a mark or memorial of individuality; by implication honor, authority, character — base, (in-) fame(-ous), named(-d), renown, report.
Synoniemen en afgeleide woorden
Hebreeuws שׂוּם H7760 "put, lay, appoint, give, , set, make"; Hebreeuws שֵׁם H8035 "Sem, Shem"; Aramees שֻׁם H8036 "named +, name"; Hebreeuws שֶׁמְאֵבֶר H8038 "Shemeber"; Hebreeuws שְׁמִידָע H8061 "Shemida"; Hebreeuws שָׁמַֽיִם H8064 "Hemel"; Hebreeuws שְׁמִירָמוֹת H8070 "Semiramoth, Shemiramoth";
Literatuur
- Peter D.H. Broers, Woordenboek van het Bijbels Hebreeuws, , [2007], ,
- Francis Brown, S.R. Driver, Charles A. Briggs, Brown-Driver-Briggs Hebrew and English Lexicon, , [1994], שֵׁם,
- H.W.F. Gesenius, Hebrew-Chaldee Lexicon to the Old Testament, , [1979], ,
- R. Laird Harris, Theological Wordbook of the Old Testament, (TWOT), [2003], 2405,
- Ernest Klein, Comprehensive Etymological Dictionary of the Hebrew Language for Readers of English, , [2015], p. 664,
- Karel van der Toorn, Dictionary of Deities and Demons in the Bible, , [1999], p. 763-764,
Mede mogelijk dankzij