De heerlijkheid van JHWH is in het Oude Testament een zeer belangrijk thema. We komen het in het bijzonder tegen in de Pentateuch, Jesaja, de Psalmen en Ezechiël. In deze studie worden alle plaatsen geanalyseerd waarin over heerlijkheid (in het Hebreeuws: kabood) wordt gesproken. Duidelijk wordt dat kabood in ongeveer de helft van de gevallen voor JHWH wordt gebruikt en dat een niet onbelangrijk deel van de overige gevallen duidelijk religieus is gekleurd.
Het werkwoord dat in relatie met kabood veruit het meest gebruikt lijkt te worden, is 'zien'. Over 'zien' wordt niet alleen gesproken als het gaat om de heerlijkheid van JHWH in de geschiedenis maar ook wanneer de heerlijkheid van JHWH het karakter van een hypostase heeft. Als hypostase heeft de heerlijkheid van JHWH kennelijk een heel concreet karakter. In Ezechiël wordt deze veel gedetailleerder beschreven dan waar elders ook in het Oude Testament het geval is. Opmerkelijk is dan dat in de beschrijving van de heerlijkheid van JHWH het ontoereikende karakter ervan wordt onderstreept door het gebruik van de woorden 'als', 'gelijkenis' en 'verschijningsvorm'. Hoe meer JHWH Zich aan de mens openbaart, hoe meer Hij hem te boven lijkt te gaan.
Titel | De heerlijkheid van JHWH in het Oude Testament en in het bijzonder in het boek Ezechiel |
Auteur | ds. P. de Vries |
Uitgever | Groen |
Jaar Verschenen | 2010 |
Taal | nl |
Pagina's | pp. 578 |
ISBN13 | 9789058299734 |
Onderwerp | Ezechiel (boek), JHWH |