Job 40:10 | Zie nu Behemoth, welken Ik gemaakt heb nevens u; hij eet hooi, gelijk een rund. |
Job 40:11 | Zie toch, zijn kracht is in zijn lenden, en zijn macht in den navel zijns buiks. |
Job 40:12 | Als het hem lust, zijn staart is als een ceder; de zenuwen zijner schaamte zijn doorvlochten. |
Job 40:13 | Zijn beenderen zijn [als] vast koper; zijn gebeenten zijn als ijzeren handbomen. |
Job 40:14 | Hij is een hoofdstuk der wegen Gods; Die hem gemaakt heeft, heeft [hem] zijn zwaard aangehecht. |
Job 40:15 | Omdat de bergen hem voeder voortbrengen, daarom spelen al de dieren des velds aldaar. |
Job 40:16 | Onder schaduwachtige bomen ligt hij neder, in een schuilplaats des riets en des slijks. |
Job 40:17 | De schaduwachtige bomen bedekken hem, elkeen met zijn schaduw; de beekwilgen omringen hem. |
Job 40:18 | Zie, hij doet de rivier geweld aan, [en] verhaast zich niet; hij vertrouwt, dat hij de Jordaan in zijn mond zou kunnen intrekken. |
Job 40:19 | Zou men hem voor zijn ogen kunnen vangen? Zou men [hem] met strikken den neus doorboren kunnen? |
Psalm 50:10 | Want al het gedierte des wouds is Mijn, de beesten op duizend bergen. |
Psalm 73:22 | Toen was ik onvernuftig, en wist niets; ik was een groot beest bij U. |
Jesaja 30:6 | De last der beesten, van het zuiden, naar het land des angstes, en der benauwdheid, van waar de sterke leeuw en de oude leeuw is, de basilisk en de vurige vliegende draak; hun goederen zullen zij voeren op den rug der veulens, en hun schatten op de bulten der kemelen, tot het volk, [dat hun] geen nut doen zal. |
Joel 1:20 | Ook schreeuwt elk beest des velds tot U; want de waterstromen zijn uitgedroogd, en een vuur heeft de weiden der woestijn verteerd. |