Cheth

Bijbelteksten

Psalm 25:7[Cheth.] Gedenk niet der zonden mijner jonkheid, noch mijner overtredingen; gedenk mijner naar Uw goedertierenheid, om Uwer goedheid wil, o HEERE!
Psalm 34:8[Cheth.] De Engel des HEEREN legert Zich rondom degenen, die Hem vrezen, en rukt hen uit.
Psalm 37:14[Cheth.] De goddelozen hebben het zwaard uitgetrokken, en hun boog gespannen, om den ellendige en nooddruftige neder te vellen, om te slachten, die oprecht van weg zijn.
Psalm 111:4[Zain.] Hij heeft Zijn wonderen een gedachtenis gemaakt; [Cheth.] de HEERE is genadig en barmhartig.
Psalm 112:4[Zain.] Den oprechten gaat het licht op in de duisternis; [Cheth.] Hij is genadig, en barmhartig, en rechtvaardig.
Psalm 119:57Cheth. De HEERE is mijn deel, ik heb gezegd, dat ik Uw woorden zal bewaren.
Psalm 145:8[Cheth.] Genadig en barmhartig is de HEERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid.
Spreuken 31:17[Cheth.] Zij gordt haar lenden met kracht, en zij versterkt haar armen.
Klaagliederen 1:8[Cheth.] Jeruzalem heeft zwaarlijk gezondigd, daarom is zij als een afgezonderde [vrouw] geworden; allen, die haar eerden, achten haar onwaard, dewijl zij haar naaktheid gezien hebben; zij zucht ook, en zij is achterwaarts gekeerd.
Klaagliederen 2:8[Cheth.] De HEERE heeft gedacht te verderven den muur der dochter Sions; Hij heeft het richtsnoer [daarover] getogen, Hij heeft Zijn hand niet afgewend, dat Hij ze niet verslonde; en Hij heeft den voormuur en den muur te zamen treurig gemaakt, zij zijn verzwakt.
Klaagliederen 3:22[Cheth.] Het zijn de goedertierenheden des HEEREN, dat wij niet vernield zijn, dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben;
Klaagliederen 3:23[Cheth.] Zij zijn allen morgen nieuw, Uw trouw is groot.
Klaagliederen 3:24[Cheth.] De HEERE is mijn Deel, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen.
Klaagliederen 4:8[Cheth.] [Maar nu] is hun gedaante verduisterd van zwartigheid, men kent hen niet op de straten; hun huid kleeft aan hun beenderen, zij is verdord, zij is geworden als een hout.