Beth (letter)

Bijbelteksten

Psalm 25:2[Beth.] Mijn God! op U vertrouw ik; laat mij niet beschaamd worden; laat mijn vijanden niet van vreugde opspringen over mij.
Psalm 34:3[Beth.] Mijn ziel zal zich beroemen in den HEERE; de zachtmoedigen zullen het horen en verblijd zijn.
Psalm 37:3[Beth.] Vertrouw op den HEERE, en doe het goede; bewoon de aarde, en voed u [met] getrouwigheid.
Psalm 111:1Hallelujah! [Aleph.] Ik zal den HEERE loven van ganser harte; [Beth.] In den raad en vergadering der oprechten.
Psalm 112:1Hallelujah! [Aleph.] Welgelukzalig is de man, die den HEERE vreest; [Beth.] die groten lust heeft in Zijn geboden.
Psalm 119:9Beth. Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden? Als hij [dat] houdt naar Uw woord.
Psalm 145:2[Beth.] Te allen dage zal ik U loven, en Uw Naam prijzen in eeuwigheid en altoos.
Spreuken 31:11[Beth.] Het hart haars heren vertrouwt op haar, zodat hem geen goed zal ontbreken.
Klaagliederen 1:2[Beth.] Zij weent steeds des nachts, en haar tranen [lopen] over haar kinnebakken; zij heeft geen trooster onder al haar liefhebbers; al haar vrienden hebben trouwelooslijk met haar gehandeld, zij zijn haar tot vijanden geworden.
Klaagliederen 2:2[Beth.] De Heere heeft al de woningen Jakobs verslonden, en heeft ze niet verschoond; Hij heeft de vastigheden der dochter van Juda afgebroken in Zijn verbolgenheid, Hij heeft gemaakt, dat zij de aarde raken; Hij heeft het koninkrijk en deszelfs vorsten ontheiligd.
Klaagliederen 3:4[Beth.] Hij heeft mijn vlees en mijn huid oud gemaakt, Hij heeft mijn beenderen gebroken.
Klaagliederen 3:5[Beth.] Hij heeft tegen mij gebouwd, en Hij heeft [mij met] galle en moeite omringd.
Klaagliederen 3:6[Beth.] Hij heeft mij gezet in duistere plaatsen, als degenen, die over lang dood zijn.
Klaagliederen 4:2[Beth.] De kostelijke kinderen Sions, tegen fijn goud geschat, hoe zijn zij [nu] gelijk gerekend aan de aarden flessen, het werk van de handen eens pottenbakkers!

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel