Genesis 15:15 | En gij zult tot uw vaderen gaan met vrede; gij zult in goeden ouderdom begraven worden. |
Genesis 26:29 | Zo gij bij ons kwaad doet, gelijk als wij u niet aangeroerd hebben, en gelijk als wij bij u alleenlijk goed gedaan hebben, en hebben u in vrede laten trekken! Gij zijt nu de gezegende des HEEREN! |
Genesis 26:31 | En zij stonden des morgens vroeg op, en zwoeren de een den ander; daarna liet Izak hen gaan, en zij togen van hem in vrede. |
Genesis 28:21 | En ik ten huize mijns vaders in vrede zal wedergekeerd zijn; zo zal de HEERE mij tot een God zijn! |
Genesis 43:23 | En hij zeide: Vrede zij ulieden, vreest niet! Uw God en de God uws vaders heeft u een schat in uw zakken gegeven; uw geld is tot mij gekomen. En hij bracht Simeon tot hen uit. |
Genesis 44:17 | Maar hij zeide: Het zij verre van mij zulks te doen! de man, in wiens hand de beker gevonden is, die zal mijn slaaf zijn; doch trekt gijlieden op in vrede tot uw vader. |
Exodus 4:18 | Toen ging Mozes heen, en keerde weder tot Jethro, zijn schoonvader, en zeide tot hem: Laat mij toch gaan, dat ik wederkere tot mijn broederen, die in Egypte zijn, en zie, of zij nog leven. Jethro dan zeide tot Mozes: Ga in vrede! |
Exodus 18:23 | Indien gij deze zaak doet, en God het u gebiedt, zo zult gij kunnen bestaan; zo zal ook al dit volk in vrede aan zijn plaats komen. |
Leviticus 26:6 | Ook zal Ik vrede geven in het land, dat gij zult te slapen liggen, en niemand zij, die verschrikke; en Ik zal het boos gedierte uit het land doen ophouden, en het zwaard zal door uw land niet doorgaan. |
Numeri 6:26 | De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u, en geve u vrede! |
Numeri 25:12 | Daarom spreek: Zie, Ik geef hem Mijn verbond des vredes. |
Deuteronomium 2:26 | Toen zond ik boden uit de woestijn Kedemot tot Sihon, den koning van Hesbon, met woorden van vrede, zeggende: |
Deuteronomium 20:10 | Wanneer gij nadert tot een stad om tegen haar te strijden, zo zult gij haar den vrede toeroepen. |
Deuteronomium 20:11 | En het zal geschieden, indien zij u vrede zal antwoorden, en u opendoen, zo zal al het volk, dat daarin gevonden wordt, u cijnsbaar zijn, en u dienen. |
Deuteronomium 20:12 | Doch zo zij geen vrede met u zal maken, maar krijg tegen u voeren, zo zult gij haar belegeren. |
Deuteronomium 23:6 | Gij zult hun vrede en hun best niet zoeken, al uw dagen in eeuwigheid. |
Deuteronomium 29:19 | En het geschiede, als hij de woorden dezes vloeks hoort, dat hij zichzelven zegene in zijn hart, zeggende: Ik zal vrede hebben, wanneer ik schoon naar mijns harten goeddunken zal wandelen, om den dronkene te doen tot den dorstige. |
Jozua 9:15 | En Jozua maakte vrede met hen, en hij maakte een verbond met hen, dat hij hen bij het leven behouden zoude; en de oversten der vergadering zwoeren hun. |
Jozua 10:1 | Het geschiedde nu, toen Adoni-zedek, de koning van Jeruzalem, gehoord had, dat Jozua Ai ingenomen, en haar verbannen had, [en] aan Ai en haar koning alzo gedaan had, gelijk als hij aan Jericho en haar koning gedaan had; en dat de inwoners van Gibeon vrede met Israel gemaakt hadden, en in derzelver midden waren; |
Jozua 10:4 | Komt op tot mij, en helpt mij, dat wij Gibeon slaan; omdat zij vrede gemaakt heeft met Jozua en met de kinderen Israels. |