Goud

Bijbelteksten

Exodus 37:26En hij overtrok het met louter goud, zijn dak, en zijn wanden rondom, alsook zijn hoornen; en hij maakte het een gouden krans rondom.
Exodus 37:27Hij maakte ook twee gouden ringen daaraan, onder zijn krans, aan zijn twee hoeken, aan zijn beide zijden, tot plaatsen voor de handbomen, dat men het daarmede droeg.
Exodus 37:28En hij maakte de handbomen van sittimhout, en hij overtrok ze met goud.
Exodus 38:24Al het goud, dat tot het werk verarbeid is, in het ganse werk des heiligdoms, te weten, het goud des beweegoffers, was negen en twintig talenten, en zevenhonderd en dertig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms.
Exodus 39:2Aldus maakte hij den efod, van goud, hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen.
Exodus 39:3En zij rekten uit de dunne platen van goud, en sneden het tot draden, om te doen in het midden van het hemelsblauw, en in het midden van het purper, en in het midden van het scharlaken, en in het midden van het fijn linnen, van het allerkunstelijkste werk.
Exodus 39:5En de kunstelijke riem zijns efods, die daarop was, was gelijk zijn werk, van hetzelfde, van goud, van hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen, gelijk als de HEERE aan Mozes bevolen had.
Exodus 39:6Zij bereidden ook de sardonixstenen, omvat in gouden kastjes, [als] zegelgravering gegraveerd, met de namen der zonen van Israel.
Exodus 39:8Hij maakte ook den borstlap van het allerkunstelijkste werk, gelijk het werk des efods, van goud, hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen.
Exodus 39:13En de vierde rij van een Turkoois, en een Sardonix, en een Jaspis; omvat in gouden kastjes in hun vullingen.
Exodus 39:15Zij maakten ook aan den borstlap gelijk-eindigende ketentjes, van gedraaid werk, uit louter goud.
Exodus 39:16En zij maakten twee gouden kastjes, en twee gouden ringen; en zij zetten die twee ringen aan de beide einden des borstlaps.
Exodus 39:17En zij zetten de twee gedraaide gouden ketentjes aan de twee ringen, aan de einden van den borstlap.
Exodus 39:19Zij maakten ook twee gouden ringen, die zij aan de twee [andere] einden des borstlaps zetten, inwendig aan zijn boord, die aan de zijde des efods is.
Exodus 39:20Nog maakten zij twee gouden ringen, die zij zetten aan de twee schouderbanden van den efod, beneden, aan deszelfs voorste zijde, tegenover zijn [andere] voege, boven den kunstelijken riem des efods.
Exodus 39:25Zij maakten ook schelletjes van louter goud, en zij stelden de schelletjes tussen de granaatappelen, aan de zomen des mantels rondom, tussen de granaatappelen;
Exodus 39:30Zij maakten ook de plaat van de kroon der heiligheid van louter goud, en zij schreven daarop een schrift, met zegelgravering: DE HEILIGHEID DES HEEREN.
Exodus 39:38Verder het gouden altaar, en de zalfolie, en het reukwerk van welriekende specerijen, en het deksel van de deur der tent.
Exodus 40:5En gij zult het gouden altaar ten reukwerk voor de ark der getuigenis zetten, dan zult gij het deksel van de deur des tabernakels ophangen.
Exodus 40:26En hij zette het gouden altaar in de tent der samenkomst, voor den voorhang.

TuinTuin