Sieraad (enkel-)

Bijbelteksten

Spreuken 7:22Hij ging haar straks achterna, gelijk een os ter slachting gaat, en gelijk een dwaas tot de tuchtiging der boeien.
Jesaja 3:16Verder zegt de HEERE: Daarom dat de dochteren van Sion zich verheffen, en gaan met uitgestrekten hals, en lonken met de ogen, al gaande en trippelende daarhenen treden, en alsof haar voeten gebonden waren.
Jesaja 3:18Ten zelfden dage zal de HEERE wegnemen het sieraad der kousebanden, en de netjes, en de maantjes.
Jesaja 3:20De hoofdkroning, en de armversierselen, en de bindselen, en de reukballetjes, en de oorringen,