Job 26:10 | Hij heeft een gezet perk over het vlakke der wateren rondom afgetekend, tot aan de voleinding toe des lichts met de duisternis. |
Job 26:11 | De pilaren des hemels sidderen, en ontzetten zich voor Zijn schelden. |
Job 37:10 | Door [zijn] geblaas geeft God de vorst, zodat de brede wateren verstijfd worden. |
Job 37:12 | Die keert zich dan naar Zijn wijzen raad [door] ommegangen, dat zij doen al wat Hij ze gebiedt, op het vlakke der wereld, op de aarde. |
Job 37:18 | Hebt gij met Hem de hemelen uitgespannen, die vast zijn, als een gegoten spiegel? |
Job 38:5 | Wie heeft haar maten gezet, want gij weet het; of wie heeft over haar een richtsnoer getrokken? |
Psalm 19:2 | De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk. |
Psalm 33:9 | Want Hij spreekt, en het is er; Hij gebiedt, en het staat er. |
Psalm 46:10 | Die de oorlogen doet ophouden tot aan het einde der aarde, den boog verbreekt, en de spies aan twee slaat, de wagenen met vuur verbrandt. |
Psalm 46:11 | Laat af, en weet, dat Ik God ben; Ik zal verhoogd worden onder de heidenen, Ik zal verhoogd worden op de aarde. |
Psalm 93:1 | De HEERE regeert, Hij is met hoogheid bekleed; de HEERE is bekleed met sterkte, Hij heeft Zich omgord. Ook is de wereld bevestigd, zij zal niet wankelen. |
Psalm 96:10 | Zegt onder de heidenen: De HEERE regeert; ook zal de wereld bevestigd worden, zij zal niet bewogen worden; Hij zal de volken richten in alle rechtmatigheid. |
Psalm 102:26 | Gij hebt voormaals de aarde gegrond, en de hemelen zijn het werk Uwer handen; |
Psalm 104:5 | Hij heeft de aarde gegrond op haar grondvesten; zij zal nimmermeer noch eeuwiglijk wankelen. |
Psalm 119:90 | Uw getrouwheid is van geslacht tot geslacht; Gij hebt de aarde vastgemaakt, en zij blijft staan; |
Spreuken 8:27 | Toen Hij de hemelen bereidde, was Ik daar; toen Hij een cirkel over het vlakke des afgronds beschreef; |
Jesaja 13:13 | Daarom zal Ik den hemel beroeren, en de aarde zal bewogen worden van haar plaats, vanwege de verbolgenheid des HEEREN der heirscharen, en vanwege den dag Zijns hittigen toorns. |
Jesaja 14:7 | De ganse aarde rust, zij is stil; zij maken groot geschal met gejuich. |
Jesaja 40:3 | Een stem des roependen in de woestijn: Bereidt den weg des HEEREN, maakt recht in de wildernis een baan voor onzen God! |
Jesaja 40:21 | Weet gijlieden niet? Hoort gij niet? Is het u van den beginne aan niet bekend gemaakt! Hebt gij op de grondvesten der aarde niet gelet? |