Wetenschap

Bijbelteksten

Exodus 31:3En Ik heb hem vervuld met den Geest Gods, met wijsheid, en met verstand, en met wetenschap, namelijk in alle handwerk;
Exodus 35:31En de Geest Gods heeft hem vervuld met wijsheid, met verstand, en met wetenschap, namelijk in alle handwerk;
Numeri 24:16De hoorder der redenen Gods spreekt, en die de wetenschap des Allerhoogsten weet; die het gezicht des Almachtigen ziet, die verrukt wordt, en wien de ogen ontdekt worden.
Jozua 20:3Dat daarheen vliede de doodslager, die een ziel door dwaling, niet met wetenschap, verslaat; opdat zij ulieden zijn tot een toevlucht voor den bloedwreker.
Jozua 20:5En als de bloedwreker hem najaagt, zo zullen zij den doodslager in zijn hand niet overgeven, dewijl hij zijn naaste niet met wetenschap verslagen heeft, en hem gisteren [en] eergisteren niet heeft gehaat.
1 Samuel 2:3Maakt het niet te veel, dat gij hoog, hoog zoudt spreken, dat iets hards uit uw mond zou gaan; want de HEERE is een God der wetenschappen, en Zijn daden zijn recht gedaan.
1 Koningen 7:14Hij was de zoon ener weduwvrouw, uit den stam van Nafthali, en zijn vader was een man van Tyrus geweest, een koperwerker, die vervuld was met wijsheid, en met verstand, en met wetenschap, om alle werk in het koper te maken; deze kwam tot den koning Salomo, en maakte al zijn werk.
2 Kronieken 1:10Geef mij nu wijsheid en wetenschap, dat ik voor het aangezicht van dit volk uitga en inga; want wie zou dit Uw groot volk [kunnen] richten?
2 Kronieken 1:11Toen zeide God tot Salomo: Daarom, dat dit in uw hart geweest is, en gij niet begeerd hebt rijkdom, goederen, noch eer, noch de ziel uwer haters, noch ook vele dagen begeerd hebt; maar wijsheid en wetenschap voor u begeerd hebt, opdat gij Mijn volk mocht richten, waarover Ik u koning gemaakt heb;
2 Kronieken 1:12De wijsheid, en de wetenschap is u gegeven; daartoe zal Ik u rijkdom, en goederen, en eer geven, dergelijke geen koningen, die voor u geweest zijn, gehad hebben, en na u zal dergelijke niet zijn.
Nehemia 10:28En het overige des volks, de priesteren, de Levieten, de poortiers, de zangers, de Nethinim, en al wie zich van de volken der landen had afgescheiden tot Gods wet, hun vrouwen, hun zonen en hun dochteren, al wie wetenschap [en] verstand had;
Job 10:7Het is Uw wetenschap, dat ik niet goddeloos ben; nochtans is er niemand, die uit Uw hand verlosse.
Job 15:2Zal een wijs man winderige wetenschap voor antwoord geven, en zal hij zijn buik vullen met oostenwind?
Job 21:22Zal men God wetenschap leren, daar Hij de hogen richt?
Job 33:3Mijn redenen zullen de oprechtigheid mijns harten, en de wetenschap mijner lippen, wat zuiver is, uitspreken.
Job 34:35[Dat] Job niet met wetenschap gesproken heeft, en zijn woorden niet met kloek verstand geweest zijn.
Job 35:16Zo heeft Job in ijdelheid zijn mond geopend, [en] zonder wetenschap woorden vermenigvuldigd.
Job 37:16Hebt gij wetenschap van de opwegingen der dikke wolken; de wonderheden Desgenen, Die volmaakt is in wetenschappen?
Job 38:2Wie is hij, die den raad verduistert met woorden zonder wetenschap?
Job 42:3Wie is hij, [zegt Gij], die den raad verbergt zonder wetenschap? Zo heb ik dan verhaald, hetgeen ik niet verstond, dingen, die voor mij te wonderbaar waren, die ik niet wist.