Exodus 15:1 | Toen zong Mozes en de kinderen Israels den HEERE dit lied, en spraken, zeggende: Ik zal den HEERE zingen; want Hij is hogelijk verheven! Het paard en zijn ruiter heeft Hij in de zee geworpen. |
Deuteronomium 32:1 | Neig de oren, gij hemel, en ik zal spreken; en de aarde hore de redenen mijns monds. |
Deuteronomium 32:44 | En Mozes kwam, en sprak al de woorden dezes lieds voor de oren des volks, hij en Hosea, de zoon van Nun. |
Psalm 90:1 | Een gebed van Mozes, den man Gods. Heere! Gij zijt ons geweest een Toevlucht van geslacht tot geslacht. |
Psalm 106:1 | Hallelujah! Looft den HEERE, want Hij is goed, want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. |