Panter
πάρδαλις G3917 "panter, luipaard", נָמֵר H5246 "panter, luipaard",

Zie ook: Beeldbank, Katachtige, Zoogdieren,

De luipaard (Panthera pardus), ook wel panter genoemd, is een grote carnivoor uit de familie der katachtigen (Felidae) die veel voorkomt in een groot deel van Afrika en Azië. Het is de meest voorkomende grote katachtige. Wordt verschillende malen in de Bijbel genoemd.

Inhoud

Bijbel

In het Oude Testament wordt het dier נָמֵ֖ר (Nameer) genoemd, bekend is de spreuk "Zal ook een Moorman zijn huid veranderen? of een luipaard zijn vlekken?" (Jer. 13:23) waarin hun vlekken worden geroemd, hun snelheid wordt geprezen in "Want zijn paarden zijn lichter dan de luipaarden" (Hab. 1:8). Over het leefgebied wordt gesproken in Hooglied: "van de bergen der luipaarden" (Hoogl. 4:8) en ook de plaats "wateren van Nimrim" (Jes. 15:6; lett. De wateren van de panters) is een aanduiding, dat regelmatig panters daar kwamen drinken. In feite is de panter een van de weinige katachtigen die verzot is op water, in Israel is de moeraskat (Felis chaus) de enig ander kat die deze liefhebberij deelt. In Jozua lezen we over een andere plaats Beth-nimra (Joz. 13:27; Huis van de panters). Uit de benaming van deze plaatsen blijkt dat de panters geduchte roofdieren waren en regelmatig in contact kwamen met mensen. Dit blijkt ook uit de waarschuwing van de profeet Hosea "als een luipaard loerde Ik op den weg" (Hos. 13:7). Ook Jeremia waarschuwt hierover: "een luipaard waakt tegen hun steden" (Jer. 5:6).

Een toekomstig beeld over de panter wordt gegeven in Jesaja waar "de luipaard bij den geitenbok [zal] nederliggen" (Jes. 11:6). Daniel spreekt in zijn visioen over "een ander dier, gelijk een luipaard, en het had vier vleugels eens vogels op zijn rug; ook had hetzelve dier vier hoofden, en aan hetzelve werd de heerschappij gegeven." (Dan. 7:6), dit beeld wordt later in het Nieuwe Testament weer gebruikt "En het beest dat ik zag, was een pardel gelijk, en zijn voeten als eens beers voeten, en zijn mond als de mond eens leeuws; en de draak gaf hem zijn kracht, en zijn troon, en grote macht." (Opb. 13: 2).


Terminologie

De pardel is het oude woord voor panter, afgeleid van het Grieks πάρδαλις G3917.


Fauna

Een van de meest elegante katachtigen is de Panter (Panthera pardus) ook wel Luipaard of Pardel genoemd.

Een van de prooidieren van de panter de klipdas is. Naast de klipdas houdt hij van hazen, apen, jakhalzen, knaagdieren, vogels, slangen, vissen tot zelfs insecten. Maar ook grotere dieren als herten, zwijnen en geiten versmaad hij niet. De panter jaagt voornamelijk 's ochtends vroeg, of in de avondschemering. Overdag slaapt hij meestal. Meestal beloert de panter zijn prooi vanuit een hinderlaag (een boom of andere hoge plek) of besluipt het zijn prooi met dodelijke rust en behendigheid. Heeft het zijn prooi gevangen dan neemt het dier zijn mee een boom in en eet hem daar op.

Dat deze dieren ook intelligent zijn blijkt uit de vele waarnemingen. In het Serengeti park (Afrika) heeft men kunnen zien dat panters hun natuurlijke angst voor mensen, waardoor ze zich elders altijd schuil houden, hebben afgelegd en zich gedroegen alsof er geen terreinwagen met mensen bestond. Zo is zelfs geconstateerd dat een panter een keer tijdens de jacht op een rietbok, gebruik maakte van een terreinwagen door zich hierachter te verschuilen en van daar een aanval op zijn prooi te doen. Een ander geval van hun intelligentie werd tentoongespreid in de dierentuin van Tel Aviv, waar een panter zichzelf heeft aangeleerd haar kooi te openen. Met haar poot haalde ze de kling voorzichtig en nauwkeurig van het slot. De beheerders kwamen daarachter doordat ze spionagecamera's geplaatst hadden om erachter te komen wie iedere nacht de kooi opende, het beest werd immers iedere ochtend buiten haar kooi aangetroffen.


Verspreidingsgebied

De leefomgeving van dit dier is heel Afrika (met uitzondering van de Sahara), het Midden-Oosten en het zuidelijke gedeelte van Azië, zij het vrijwel overal schaars. 

Deze katachtige is in 2 variëteiten aanwezig in Israel. De kleine Panthera pardus nimr met een gewicht van 32 kg (de vrouwtjes 23-25 kg) komt voor in de Negeb en de Judea woestijn. Zijn grotere broer, de Panthera pardus tulliana met een gewicht van 80 kg en in Galilea voorkomt.


Aangemaakt 26 februari 2006, laatst bijgewerkt 21 september 2020


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!