Kalender

Zie ook: Artikelen Blog, Anno Mundi, Christelijke jaartelling, Kalender (Babylonische), Kalender (Egyptische), Kalender (Hebreeuwse), Kalender (Koptische),

Inleiding

Time is a treacherous foe, You may not see another day like this.
The Rubaiyat
Omar Khayyam

De kalender is een systeem voor het meten van tijd in referentie naar herhalende fenomenen of naar berekende intervallen. In een hedendaagse westerse wereld, waar de mens totaal wordt beheerst door een (over)volle agenda en soms verlangend terugblikt naar lang vervlogen tijden toen de mens nog alle tijd van de wereld had, beseft men nauwelijks dat ook in deze lang vervlogen tijden de kalender een zeer belangrijke plaats innam en dat ook de toenmalige mensen een manier probeerden te vinden om de tijd te beheersen. In iedere cultuur en bij elk volk, ongeacht welke periode, maakte men dan ook gebruik van een al dan niet eigengemaakte kalender. In de loop der tijd zijn er verschillende soorten geweest aangepast aan de behoeften van de gebruikers.

Inhoud

Ontstaan en ontwikkeling

De kalender is een van de oudste vormen van toegepaste wetenschap, waarbij het niet alleen gebruikt werd voor het opschrijven van gebeurtenissen in de annalen, maar ook werd gebruikt om ontwikkelingen welke in de nabije toekomst zouden gebeuren vast te leggen. De allereerste gemeenschappen welke afhankelijk waren van de jacht, merkten dat sommige dieren, zoals vogels en rendieren, periodiek wegtrokken naar andere gebieden en later weer terugkwamen. Zij kwamen er achter dat als de dieren wegtrokken er een koude periode kwam en als ze terugkwamen het weer warm werd. Om te overleven leerden zij zich hieraan aan te passen, door of mee te trekken of door voorraden aan te leggen. Zij pasten een eenvoudige kalender toe die afhankelijk was van de seizoenen in een jaar.

Ook andere groepen zoals boeren merkten dat zij zich moesten aanpassen aan de diverse seizoenen, het was voor hun van levensbelang om te bepalen wanneer men kon gaan zaaien. Gebeurde dat te vroeg in de lente, dan bestond de kans dat het jonge gewas kapot vroor en zaaiden ze te laat dan kwam het gewas niet op vanwege de droogte. Ook voor het oogsten moest men goed opletten gebeurde het te vroeg dan had men een kleine oogst terwijl als men te lang wachtte alles verrotte. Ook zij ontwikkelden een eenvoudige kalender om vooraf te berekenen wanneer ze wat moesten doen. Het is dan ook niet vreemd dat dit "waken over de tijd" in handen werd gelegd van de meest ervaren en wijze mensen van een gemeenschap. Daar veel van deze mensen ook nog een religieuze functie hadden, is het niet verwonderlijk dat de religie een belangrijke rol ging spelen in de kalenders. Men dacht dat er "offers" nodig waren om succes te verzekeren in de jacht en landbouw en als men succes had dan werden er dankoffers gebracht. Restanten hiervan zien we in de biddagen voor gewas en arbeid welke gehouden wordt op de tweede woensdag van maart en in de dankdagen van gebed welke gehouden worden op de eerste woensdag in november.

Later toen de handel en de industrie in opmars kwam, werd de kalender een belangrijke basis voor het maken van contracten. In geciviliseerde culturen, hadden administratieve zaken, als belastingen en juridische, een kalender nodig om vaste tijden te bepalen en om een systeem te hebben in voor de annalen wanneer iets was gebeurd. Interactie tussen diverse culturen of gemeenschappen zorgden ervoor dat de kalender werd gestandaardiseerd en aangepast aan de behoeften van genoemde culturen en gemeenschappen. Krachtige regeringen ontwikkelden een eigen kalender of adopteerde deze van een overwonnen volk. We zien dit bij de Perzen welke de Babyloniërs overwonnen. Ook de Romeinen ontwikkelden onder de regering van Julius Ceasar een eigen kalender zich hierbij baserend op de reeds bestaande kalender van de Egyptenaren, er hierbij wel voor wakend om de dagen van de bestaande feestdagen niet te verplaatsen en de controle van de priesters hierop te verwijderen. Toen de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog ons land hadden bezet, werd de Midden-Europese Tijd, de Berlijntijd, ingevoerd, welke tot gevolg had dat de klok 1 uur 40 minuten vooruit gezet.


Kalender systemen

Alle kalenders zijn of gebaseerd op het weerkundige of astronomische observaties. Wel zijn er met name in de moderne tijd kalenders bedacht welke puur wiskundig zijn opgezet, maar bij bestudering blijkt dat ook deze kalenders een indirecte basis hebben op astronomische fenomenen.

De periodieke klimatologische veranderingen zijn van invloed op de groei en de voortbrenging van de vruchten van bomen en planten. Als eerste kan men hierbij denken aan de regen, welke enerzijds direct van invloed is op de groei, anderzijds de rivieren doet wassen en in sommige gevallen het land doen overstromen en daardoor de groei doen beïnvloeden van de daarop groeiende gewassen. Tropische en subtropische gebieden op Aarde worden beïnvloed door de hitte van de Zon, terwijl andere gebieden juist worden beïnvloed door de kou. Door deze periodieke veranderingen kan men twee tot vier seizoenen onderkennen, de zomer en winter als twee uitersten en de lente en de herfst als een duidelijk herkenbare overgang tussen de eerste twee seizoenen. De Egyptenaren hadden zo een kalender welke was gebaseerd op de overstroming van de Nijl en hadden hun agrarische activiteiten hier dan ook op gebaseerd. Bij de Eskimo's over beter gezegd de Inuit zien we dat zij hun tijdsindeling hadden gebaseerd op de arctische kou. In de zomer, als de altijd boven de horizon aanwezige Zon, de ergste kou liet verdwijnen, trokken ze rond en verzamelden eten voor de lange koude, maar vooral donkere winter. Deze periode noemden ze "het lange wachten". Daar het weer soms zeer grillig kan zijn, blijkt dat men eigenlijk via dit soort kalenders niet veel verder komt dan een seizoensaanduiding. Soms kwam de regen later en moest men honger leiden daar er nog geen vers gewas was. Soms viel de winter vroeger en had men nog niet genoeg kunnen verzamelen en ook dan moesten de mensen honger leiden. Hierdoor werd de noodzaak geboren om de tijd beter te kunnen beheersen en men ging kalenders ontwikkelen welke gebaseerd waren op astronomische waarnemingen.

Iedereen die 's avonds naar buiten kijkt merkt dat de Maan iedere dag een iets andere fase heeft en men ontdekte algauw dat in 29 a 30 dagen de maan een complete cyclus had doorlopen. Zo'n cyclus noemt men een maan-maand, ons woord maand is dan ook hiervan afgeleid. Veel oude kalenders zijn dan ook in eerste instantie hierop gebaseerd, echter er zijn een aantal problemen. Door de wolken is het vaak niet mogelijk om goede observaties te doen, ook bij Nieuwe Maan, als de Maan onzichtbaar is door het felle licht van de Zon is er dit probleem. Een geheel ander probleem is dat als men een op de Maan gebaseerde kalender gebruikt dat de feesten langzaam door de diverse seizoenen lopen, men ziet dit bij de islamitische kalender waar de ramadan ieder jaar weer in een andere periode is. De oorzaak van dit probleem is dat 12 maan-maanden iets minder is dan een zonnejaar, dat is de tijd die de Aarde nodig heeft om een volledige baan om de Zon af te leggen. Men loste dit probleem op door een verkorte schrikkelmaand toe te passen.

Deze correcties bleven lastig en in veel culturen zien we dan ook dat men vroeg of laat overging op een kalender welke gebaseerd is op Zon. Temeer daar men constateerde dat de veranderingen van de seizoenen afhankelijk waren van de hoogte van de Zon aan de horizon (=meridiaan altitude). Echter in de loop der eeuwen bleek dat een zonnejaar, ook wel tropisch jaar, niet helemaal correspondeerde met de seizoenen. Een zonnejaar duurt ongeveer 365,24 dagen wat betekent dat men na vier jaar een dag te kort kwam, men paste dit aan door periodiek een schrikkeldag toe te passen. De kalender van Julius Caesar was zo'n kalender en wordt dan ook de juliaanse kalender genoemd. In de Middeleeuwen kwam men erachter dat ook deze kalender niet voldeed en men verving deze door een Gregoriaanse kalender, genoemd naar de opdrachtgever paus Gregorius. De grootste wijziging is dat bij een eeuwwisseling geen schrikkeldag is behalve als bij een millennium.

De nauwkeurigste indicatoren van tijd zijn echter de sterren en sommige culturen als die van de Maya's en de Azteken baseerden hun kalenders dan ook hierop. Door de grote afstand van sterren lijkt het alsof ze een vaste positie hebben aan de hemel en astronomen konden dan ook, ondersteund door hun observaties, precies berekenen wanneer een ster aan de horizon zichtbaar werd. Pas na eeuwen ontdekte men dat ook dit niet helemaal het geval was en kwam men erachter dat de oorzaak lag in de precessie van de Aarde.

Tegenwoordig maakt men gebruik van een combinatie van een astronomische en zonnekalender, het kan dan ook gebeuren dat men in de krant leest dat er een 'schrikkelseconde' is. Dit lijkt vreemd, maar voor de scheepvaart is een navigatie van levensbelang en een seconde verschil kan betekenen dat men velen kilometers uit koers komt te liggen.


Maankalender

Een maankalender gaat uit van 12 synodische maanden (de tijd die verstrijkt tussen 2 nieuwe manen), iedere synodische maand duurt bij benadering 29,530588 kalenderdagen (29 dagen, 12 uren, 44 minuten en 2,8 seconden) Omdat bij deze kalender de maand bij het begin van een nieuwe maan laat beginnen en men vroeger afhankelijk was van de observatie had men het probleem dat op een zonsverduistering na, men pas na ongeveer 2 dagen de eerste maansikkel kon zien. Omdat een maanmaand iets meer is dan 29,5 dag voerde men afwisselend maanden in die 29 en 30 dagen duurde. Door deze invoering ontstaat nog een probleem, doordat een maanmaand bijna 3 kwartier langer duurt is na 34 maanmaanden (~3 jaar) de maansikkel één dag eerder te zien. Om toch in de pas te lopen voerde men schrikkeldagen in. Binnen de verschillende kalendersystemen zijn deze schrikkeldagen op verschillende manieren ingevuld. Hoe de Joden omgingen met deze schrikkeldagen tot en met de ballingschap is niet bekend, hierna zijn ze overgestapt op de Lunisolaire kalender.

In de Bijbel komen we verschillende kalenders tegen die van oorsprong gebaseerd zijn op Maan, waaronder de Babylonische en de Hebreeuwse kalender. Er zijn dan ook vele verwijzingen waar wordt gewezen op het observeren van de nieuwe maan (Jes 47:13), en het houden van een feest (Ps 81:4; Eze 46:3; Col 2:16). Bekend is de geschiedenis van David, die verwacht werd bij de feestmaaltijd van Saul (1 Sam 20) en expliciet tweemaal tegen Jonathan zegt dat het "morgen nieuwe maan" is. Interessant is dat in deze maaltijd duurt tot "de tweede dag der nieuwe maan", eerder kon men met het blote oog niet de maansikkel zien en had David als excuus dat hij nog te laat kon komen.


Lunisolaire kalender

Een maankalender loopt ieder jaar ongeveer 11 dagen achter op een zonnejaar (29,5 x 12 = 354 dagen), een reden waarom de meeste maankalenders werden uitgebreid tot een Lunisolaire kalender, soms ook wel een gebonden maankalender genoemd. De eerder genoemde Babylonische en Hebreeuwse kalender zijn voorbeelden hiervan. De Grieken losten dit probleem op door iedere 8 jaar driemaal een schrikkelmaand van 30 dagen in te lassen. De Babyloniërs hadden ontdekt dat 19 zonnejaren precies  235 maanmaanden bevatten, dit wordt de cyclus van Meton genoemd, naar de Griekse astronoom Meton (5de eeuw v.C.) die dit ook had ontdekt, maar geen steun kreeg van de Griekse machthebbers waardoor zijn kalender nooit is ingevoerd. Bij de Babyloniërs werd deze echter wel ingevoerd, in de jaren 3, 5, 8, 11, 13, 16 en 19 van deze cyclus lasten zij een schrikkelmaand in, na of de zesde maand, die ze Ululu II noemden en 29 dagen duurde, of na de twaalfde maand, die zij Addaru II noemden en 30 dagen duurde. Deze Babylonische kalender is praktisch onveranderd overgenomen door de Joodse kalender welke ook heden ten dage nog wordt gebruikt. Het is deze kalender die aan de basis ligt voor de berekening van Pasen en Pesach


Zonnekalender

Het kalendersysteem wat wij in de westerse wereld gebruiken is een zonnekalender. Bij de zonnekalender gaat men uit van de omloop van de aarde om de zon en bestaat uit 365,2422 dagen. In de meeste gevallen ging men bij de oudere kalenders uit van 12 maanden van 30 dagen (=360) + 5 schrikkeldagen, meestal werd zo'n schrikkeldag aan een maand toegevoegd zodat deze 31 dagen had. Omdat dit niet precies genoeg was, voegde men eens in de 4 jaar een extra schrikkeldag (29 februari) toe. Op de lange termijn is dit weer net iets teveel, omdat te corrigeren slaat men bij een eeuwwisseling deze schrikkeldag over, tenzij deze door 400 is te delen. In het computertijdperk voegt men regelmatig nog een schrikkelseconde toe, om het geheel sluitend te krijgen.

Hoewel bovenstaande vrij complex lijkt, heeft het wel één zeer groot voordeel, de maanden vallen altijd in het zelfde seizoen, dit in tegenstelling met de eerder genoemde maankalender waar de maanden langzaamaan door de seizoenen heenlopen (men denke bv. aan het islamitische feest ramadan welke iedere keer weer op een ander tijdstip lijkt te worden gehouden)

Bekende zonnekalenders zijn de Egyptische kalender en de daarvan afgeleide Koptische kalender en de Juliaanse kalender, van deze laatste werd weer de Gregoriaanse kalender afgeleid welke we tegenwoordig gebruiken.


Jaartellingen

In diverse artikelen zien we regelmatig verschillende aanduidingen van hoe lang iets geleden is gebeurd. Op deze website hanteren we v.C. (voor Christus), echter op andere websites en in boeken zien we soms de volgende coderingen:

Websites en boeken die de christelijke jaartelling ontkennen of niet accepteren gebruiken vaak:


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!