Slapen
καθεύδω G2518 "insluimeren, slapen", κοιμάω G2837 "slapen, ontslapen, gestorven", νυστάζω G3573 "knikkebollen, slapen", συναναπαύομαι G4875 "samen rust nemen, samen slapen met, liggen bij", יָשֵׁן H3462 "inslapen, inburgeren, het oude dat verouderd is, dat overgebleven, ontslapen, verouderd, het overjar", יָשֵׁן H3463 "slaap, slapen", שְׁנָה H8139 "sleep", שְׁנָת H8153 "sleep", תַּרְדֵּמָה H8639 "deep sleep",

Zie ook: Siësta, Slaapkamer, Slapen (v. goden),

Slaap is een natuurlijk terugkerende toestand van lichaam en geest, die wordt gekenmerkt door een veranderd bewustzijn, relatief geremde sensorische activiteit, verminderde spieractiviteit en remming van bijna alle willekeurige spieren tijdens Rapid Eye Movement (REM) -slaap, en verminderde interacties met de omgeving.

Het onderscheidt zich van waakzaamheid door een verminderd vermogen om op prikkels te reageren, maar reactiever dan een coma of bewustzijnsstoornissen, waarbij de slaap zeer verschillende en actieve hersenpatronen vertoont.

Inhoud

Bijbel

De eerste keer dat slaap wordt genoemd in de Bijbel is als God Adam in een diep slaap brengt en vervolgens uit een van zijn ribben Eva maakt (Gen. 2:21).


Aangemaakt 7 maart 2005


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!