Batsheba (Hebreeuws בַּת־שֶׁבַע H1339), een van de vrouwen van koning David.
Bathseba (Hebr. בּת־שׁבע), Vrouw van Uria en later van David, dochter van Eliam (2 Samuel 11: 3) en de kleindochter van Achitofel (cf. in 2 Samuel 23: 34 wordt Eliam de zoon van Achitofel genoemd).
Tijdens een veldslag tegen de Ammonieten is koning David thuisgebleven in Jeruzalem en begaat overspel met Bathseba, om zijn zonde te verdoezelen laat hij uiteindelijk Uria, de man van Bathseba, doden en trouwt dan met haar. Uit de summiere beschrijving valt niet op te maken of Bathseba hierin medeschuldig was, of dat ze alleen door David werd misbruikt en verkracht.
In december 1994, tijdens debat in Israëlisch parlement (Knesset), zei toenmalige minister van buitenlandse zaken Simon Peres: ‘Niet alles wat David gedaan heeft – op de begane grond of op het dak – is aanvaardbaar voor een Jood als ik…’, wat als gevolg had dat er een verhit debat ontstond (Jewish Telegraphic Agency, 19 december 1994).
In 1 Kronieken 3:5 wordt ze בַּת־שֶׁוּעַ Bath-Sua genoemd. Sommige commentatoren suggereren dat mogelijk een deel van Spreuken 31 door Bathseba geschreven kan zijn, gezien de veronderstelde verbanden tussen koning Lemuel welke koning Salomo zou zijn.
In het geslachtsregister van Mattheüs wordt ze indirect genoemd als een van de voorouders van Jezus (Mat. 1:6). Het is hierbij opvallend dat specifiek wordt gewezen dat ze de vrouw van Uria was.
Aangemaakt 8 maart 2005