Afrocentrisme (ook wel afrocentriciteit) is een culturele ideologie of wereldbeeld waarbij Afrika, zwarte Afrikanen en hun afstammelingen centraal worden geplaatst. Veel van hun ideologie vinden we ook terug in de Woke ideologie.
Het concept "afrocentrisme" wordt het eerst genoemd in 1962 (W.J. Moses, p. 44), terwijl het abstracte zelfstandige naamwoord "afrocentriciteit" uit de jaren 1970 stamt en is gepopulariseerd door Molefi Asante's Afrocentricity: The Theory of Social Change (1983).
Het afrocentrisme is een visie op de geschiedenis van de menselijke beschavingen die aan het Afrikaanse continent een centrale plaats toekent. Het is een reactie op een geschiedbeeld waarin de veronderstelde superioriteit van de Europese beschaving wordt gebruikt als illustratie van en argument voor blanke superioriteit. Het afrocentrisme stelt hier tegenover dat de Griekse beschaving, die door Europeanen vaak is opgevoerd als oorsprong van de (westerse) beschaving, op wezenlijke punten schatplichtig was aan de Egyptische beschaving, en dat de Egyptische beschaving een 'zwarte beschaving was' c.q. dat de Egyptenaren zwarten waren. Dat zijn de twee pijlers van het afrocentrische gedachtegoed: het zwarte karakter van de Egyptische cultuur en de verregaande schatplichtigheid van de Griekse aan de Egyptische cultuur.
Dit geschiedbeeld, waarin zwart Afrika aan de wieg van de westerse beschaving heeft gestaan, dient om het zelfbewustzijn van zwarten te versterken. In de Verenigde Staten heeft het een voorgeschiedenis die terugreikt tot in de negentiende eeuw; in het laatste decennium van de twintigste eeuw is het ook in Europa sterker in de belangstelling komen te staan door de publicatie van Black Athena. The Afroasiatic roots of classical civilization (drie delen; New Brunswick NJ 1987-2006) van Martin Bernal. In Nederland wordt afrocentrisch gedachtegoed uitgedragen door Djehuti-Ankkh-Kheru; het geniet een zekere populariteit onder Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders.
Er zijn nogal wat bezwaren tegen de afrocentrische versie van de geschiedenis van de menselijke beschaving: de gedachte dat 'culturen' voortbrengselen zijn van 'rassen'; de voorstelling dat complexe culturen en bloc kunnen worden overgedragen of zelfs 'gestolen' (menswetenschappers noemen deze voorstelling 'hyperdiffusionisme'); en, niet te vergeten, de feitelijke onjuistheid van veel afrocentrische beweringen. Wijst men op deze bezwaren, dan valt al snel de beschuldiging van racisme. Ten onrechte, maar zindelijk redeneren is in deze materie even noodzakelijk als lastig. Op het internet kom je, als je bijvoorbeeld op zoek gaat naar informatie over de huidskleur van de oude Egyptenaren, al snel terecht op allerlei 'white supremacy'-sites. Dat soort sites is niet opgenomen in onderstaande opsomming, die bedoeld is als een bescheiden 'internetwijzer' voor wie met afrocentristen in debat gaat.
Een frontale aanval op het afrocentrisme is het boek van Mary Lefkowitz, Not out of Africa. How afrocentrism became an excuse to teach myth as history (herziene uitgave; New York 1997). Een nadeel van Lefkowitz' boek is dat een zekere idealisering van het oude Griekenland, zo kenmerkend voor classici van vorige generaties, haar niet vreemd is. Het is ook aan de lange kant. Maar op Lefkowitz' argumenten tegen het afrocentrisme valt weinig af te dingen, en het boek is toegankelijk geschreven. Met name de tweede pijler van het afrocentrische gedachtegoed, de mythe dat de Griekse cultuur, i.c. de Griekse filosofie, eigenlijk Egyptisch zou zijn, weet Lefkowitz effectief te ontmantelen. Je kunt het boek in zijn geheel van internet downloaden, bijvoorbeeld als pdf. Ook een uittreksel van het boek is op internet te vinden. En er zijn interessante besprekingen van Lefkowitz' boek van de hand van Robert T. Carroll op de website The Sceptic’s Dictionary, van Donald Kagan in het webtijdschrift The New Criterion, en van Lawrence A. Tritle in de Bryn Mawr Classical Review.
Een recenter bijdrage (2002) van Lefkowitz aan het debat is een informatief en genuanceerd webartikel (Aanbevolen!).
Een diepgravende studie over het afrocentrisme is er van de hand van Thomas A. Schmitz, 'Ex Africa lux? Black Athena and the debate about afrocentrism in the US', Göttinger Forum für Altertumswissenschaft 2 (1999), 17-76. Schmitz plaatst het afrocentrisme tegen de achtergrond van de Afro-Amerikaanse geschiedenis: een geschiedenis van slavernij en systematische achterstelling. Hij plaatst het ook tegen de achtergrond van ontwikkelingen in de theorievorming over de historische wetenschappen: ontwikkelingen die in de richting van een kennistheoretisch relativisme gaan. Hoewel hij de afrocentrische opvattingen over de Oudheid verwerpt, probeert hij het verschijnsel dus wel serieus te nemen en te begrijpen, en dat geeft zijn uitvoerige artikel een meerwaarde in vergelijking met uitsluitend polemische behandelingen. Het is wel redelijk zware kost: de schrijver mikt eerder op academici (Schmitz is hoogleraar Grieks in Bonn) dan op de 'general reader'.
Tja, en dan de eerste pijler van het afrocentrisme: de oude Egyptenaren waren zwart. Een vlot geschreven en informatieve webpagina over deze kwestie is No, Egyptians aren't white, but they aren't black either. Een overzicht van het debat biedt Wikipedia.
De ervaring van achterstelling kan resulteren in superioriteitswaan. Een verontrustend beeld van de racistische denkbeelden die in de jaren negentig gangbaar waren bij een deel van de zwarte Amerikanen, is destijds geschetst door Barry Mehler, oprichter en directeur van The Institute for the Study of Academic Racism (ISAR) at Ferris State University (Michigan).
Ook Afro-Amerikaanse academici maakten zich in de jaren negentig zorgen over de invloed van afrocentrische denkbeelden op het voortgezet onderwijs in de VS.
En in een relatief recent commentaar (2009), 'African-American Studies as they should be' noemt John McWorther drie criteria aan de hand waarvan je een goed 'African-American Studies Department' kunt onderscheiden. Zijn tweede criterium is: "A good department does not teach its students origin myths.".
Het hyperdiffusionisme van de afrocentristen is vooral op de korrel genomen door wetenschappers met een Latino of Native American achtergrond. Zeer actief op dit terrein is Bernard Ortiz de Montellano. Het volgende artikel stamt uit de jaren ’90, maar omdat afrocentristen nog steeds verkondigen dat de Midden-Amerikaanse beschavingen eigenlijk tot stand zijn gebracht door immigranten uit zwart Afrika (waartoe dan natuurlijk ook Egypte wordt gerekend) is het onverminderd actueel. [Om een pdf van dit artikel te downloaden moet je een academia.edu-account hebben, maar ook zonder dat kun je het online lezen.] Ortiz de Montellano is ook co-auteur van dit artikel.
Tenslotte. Op internet is veel informatie te vinden, maar als je je echt in het afrocentrisme wilt verdiepen en de stroming in haar volle breedte en in haar historische ontwikkeling wilt overzien, dan moet je toch naar de bibliotheek of de boekwinkel om bijvoorbeeld een van deze twee boeken te kopen of te lenen:
Ook een aanrader is een bundel met artikelen van vertegenwoordigers van uiteenlopende disciplines (egyptologie, klassieke talen, archeologie, fysische antropologie, historisch taalkunde enz.) die de beweringen van Martin Bernal kritisch tegen het licht houden:
(Met toestemming overgenomen van Dr. Jaap-Jan Flinterman, november 2015,
docent Oude Geschiedenis verbonden aan de Vrije Universiteit in Amsterdam)