Bnei Menashe

Zie ook: Tien verloren stammen,

De Bnei Menashe (Hebreeuws בני מנשה "kinderen van Menasse") zijn een etnolinguïstische groep in de noordoostelijke grensstaten Manipur en Mizoram van India. De Chin-, Kuki- en Mizo-volkeren van deze specifieke groep beweren af te stammen van één van de Verloren Stammen van Israël en hebben de praktijk van het (hedendaagse) Judaïsme overgenomen.

Inhoud

Beschrijving

De bekende details van hun oorsprong zijn mondeling en er is geen schriftelijk bewijs. De leden van de gemeenschap weten alleen te vertellen over gebeurtenissen die hen in het verleden zijn overkomen dankzij verhalen die van generatie op generatie zijn doorgegeven. Hun buren noemden hen lushai "de tien stammen". Ook andere bewoners in het gebied hebben een soortgelijke traditie.

Volgens hun traditie migreerde de Menashe-stam, via de zijderoute, naar het oosten in de richting van Afghanistan en kwamen tot in China. Terwijl ze in China waren, werden ze in de 3de eeuw wreed behandeld, tot slavernij gedwongen en uit de regio verdreven. Toen ze China verlieten, werd het "heilige boek", de Thorarol die in hun bezit was, door hen verloren of van hen gestolen. In oude tradities en liederen zingen ze over de "hond" of de boze koning die hen van het heilige boek beroofde (Eliyahu Birenbaum, בני מנשה). Vanaf deze periode werd de traditie mondeling overgedragen. Later bereikten ze een bergachtig gebied aan de rand van de Himalaya, waar ze probeerden hun erfgoed te behouden en kwamen op hun huidige locatie, de staten Mizoram en Manipur in het noordoosten van India.

Toen christelijke missionarissen in het begin van de 19de eeuw in het gebied aankwamen, troffen ze een bevolking aan met een monotheïstische Judaïsche traditie en maakten van dit feit gebruik om hen over te halen zich tot het christendom te bekeren. In de jaren 1950 stichtte deze groep Chin-Kuki-Mizo mensen, onder invloed van christelijke zendelingen, een Messiaanse beweging. Zij geloofden dat Jezus de beloofde messias is voor alle Israëlieten, daarnaast behielden zij ook het in acht nemen van de sabbat, het vieren van feestdagen, het naleven van de spijswetten en andere Joodse gebruiken en tradities. Zij hadden geen banden met andere Joodse groepen, noch in de diaspora, noch in Israël. Op 31 mei 1972 stichtten enkele Messiaanse gemeenschappen de Manipur Jewish Organization (later omgedoopt tot de United Jews Organization, NEI), de eerste Joodse organisatie in het noordoosten van India.

In maart 2005 kondigde Rabbi Shlomo Amar de erkenning van de Bnei Menashe door Israël aan en wat hun de mogelijkheid gaf tot immigratie onder de Wet van Terugkeer. Degenen die wilden immigreren, moesten wel eerst een formele, volledige bekering ondergaan omdat hun volk zo lang van het Jodendom gescheiden was geweest en daarom andere gewoonten hadden dan de het huidige orthodoxe Jodendom. In juni 2005 voltooiden de Bnei Menashe de bouw van een mikwa in Mizoram onder toezicht van Israëlische rabbijnen om het proces van bekering tot het Jodendom te beginnen.

In totaal zijn 1.700 Bnei Menashe naar Israël verhuisd.


Tradities en Geloof

Volgens Lal Dena geloven de Bnei Menashe dat de legendarische Hmar-voorvader Manmasi dezelfde persoon is als Manasse, de zoon van Jozef (Gen. 41:51; Lal Dena, Kuki, Chin, Mizo-Hmar's Israelite Origin; Myth or Reality?).

Ook offeren ze op een manier zoals in het Oude Testament is beschreven. Dit wordt gedaan door de Thlahpawi en Sadawt, hun priesters.

Verder omvat een gebed van de priesters de volgende passage: "Wolken van wolken Hoy Yah, wolken van wolken die op de berg Moria wonen, wolken van wolken die in de bekende Rode Zee wonen, wolken van wolken die op de berg Sinaï wonen, wolken van wolken die op de berg Sion wonen, Ik ben de priester Halevi Anani Ye Anani."


Aangemaakt 13 september 2021


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!