Gomer (vr. v. Hosea)
גֹּמֶר H1586 "Gomer",

Zie ook: Hosea (profeet), Personen, Namen,

Gomer (Hebreeuws גֹּמֶר H1586), persoon in de Bijbel.

Inhoud

Bijbel

Vrouw van de profeet Hosea, dochter van Diblaim.

Zij kreeg drie kinderen. Uit de eerste hoofdstukken van het boek Hosea blijkt dat dit huwelijk zeer slecht was omdat Gomer een vrouw van lichte zeden was.

Deze Gomer staat symbool voor het volk Israël die net als haar allerlei overspel pleegt. De naam Gomer is afgeleid van een woord dat “compleet, perfect” betekent. En zo ziet God ook Zijn verbondvolk. Lezen we de geschiedenis verder dan zien we dat ze in ieder geval 3 kinderen krijgt, die allemaal symbolische namen krijgen. De eerste, een jongetje, was Jizreël (een duidelijke verwijzing naar het volk Israël) en de tweede, een meisje, was Lo-Ruchama (“niet ontfermen”) en de laatste, ook een jongetje, heette Lo-Ammi (“niet mijn volk”).

Lezen we verder dan zien we in het tweede hoofdstuk de aanklacht over de hoer Israël en we mogen aannemen dat een groot deel ook gold voor Gomer. Ondanks het feit dat ze van de straat af was gehaald en in een veilige omgeving bij Hosea verder kon leven, trekt het “vrije leven” en we horen haar zeggen ik ga achter mijn minnaars aan; die geven mij mijn brood en mijn water, mijn wol en mijn vlas, mijn olie en mijn drank (Hos 2:4). Pas geleden had ik nog een gesprek met een paar hulpverleners in Zuid-Amerika die straatkinderen opvangen (waaronder veel jonge hoertjes) die me vertelden dat op een avond een paar van die opgevangen meisjes er vandoor wilden gaan. Ze probeerden op hun in te praten, maar hun meelevende en boze toon mocht niet baten, want deze meisjes gingen er toch vandoor, het opvanghuis is geen gevangenis, dus er is altijd een open poort waar ze door kunnen. Een lastige situatie die hetzelfde is als waarin Hosea zich bevond. De wanhoopskreet van één van deze hulpverleners is kenmerkend: ook al hebben ze het nog zo goed en weten ze wat ze te wachten staat, de vrijheid van de straat blijft roepen. Precies hetzelfde als wat we in Hosea 2:4 lazen.

En toch, en dat is het mooie, de poort is open, niet alleen om naar buiten te gaan, maar ook naar binnen! Hetzelfde lezen we in het tweede gedeelte van Hosea waar God zich ontfermd over het volk: Lo-Ruchama (“niet ontfermen”) zal Ruchama (“ontfermen”) heten. In het derde hoofdstuk lezen we hoe dat gebeurd, Gomer is door haar hoererij slavin geworden en wordt door Hosea vrijgekocht. Om van haar zondige leven af te komen, krijgt ze huisarrest, ze zal eerst moeten leren wat haar positie is, maar uiteindelijk zal ze zich bekeren, inzien dat het beste leven bij haar man is.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!