Manna
μάννα G3131 "manna", מָן H4478 "manna",

Zie ook: Exodus, Uittocht, Voedsel,

Manna (Hebreeuws מָן H4478, Grieks μάννα G3131), het voedsel dat de Israëlieten tijdens de Exodus in de woestijn te eten kregen van God.

Inhoud

Bijbel

Nadat de Israëlieten Egypte hadden verlaten begonnen ze na tweeënhalve maand te klagen omdat ze niet genoeg voedsel hadden (Ex. 16:1-3), God belooft hen dan dat er brood uit den hemel zal regenen (Ex. 16:4), naast dat ze ook kwartels (Ex. 16:13) kregen. Toen ze de eerste keer dit 'hemels brood' zagen, wisten ze niet wat het was en zeiden 'wat is dat' (Ex. 16:15) en gaven het deze benaming (in het Hebreeuws betekent 'man[na]' wat is dat). Gedurende de gehele Uittocht kregen ze dagelijks manna (Deut. 8:16; Ps. 78:24; 105:40; Joh. 6:31), behalve op de sabbat (Ex. 16:23-26). De laatste keer dat ze het aten was toen ze het eerste overjarige koren uit Israël verzamelden (Joz. 5:12).

In de Bijbel wordt het manna beschreven als "klein als de rijm" (Ex. 16:14) en dat "het was als korianderzaad, wit, en de smaak daarvan was als honigkoeken" (Ex. 16:31).


Terminologie

Het Griekse μάννα G3131 en het Nederlandse manna zijn leenwoorden van het Hebreeuws מָן H4478. Oorspronkelijk een nevenvorm van מָה H4100 (P. Broers, p. 203), gerelateerd aan het Amoritisch mana "wat?", Aram. מָן, מָאן "wat?" (E. Klein, p. 354), anderen willen het afleiden van het Egyptisch (cf. Arab. mann), of van het Arab. minn de rijp aan een palmboom (E. Klein, p. 354).


Hypotheses

In de loop der eeuwen zijn heel wat hypotheses verschenen wat dit manna nu was. De meest bekende worden hieronder behandeld.

Afscheiding van de schildluis

Sommige oudere commentaren geven aan dat het mogelijk gaat om de uitscheiding van bepaalde schildluizen (zoals de Najococcus serpentinus en Trabutina mannipura). Zo stelt F. Leimkugel "Und als der Tau weg war, siehe da lag’s in der Wüste rund und klein wie der Reif auf dem Lande" (F. Leimkugel, Sinai-Expedition der Hebräischen Universität von 1927 zur Klärung des Manna-Phänomens. in: Kaasch, M. & J. Kaasch: Biologie und Gesellschaft. Verhandlungen zur Geschichte und Theorie der Biologie, 17 (2012), p. 249–253). Zie verder hieronder bij "Tamarisk".

Tamarisk

Een van hypotheses is dat manna van een boom of struik afkomstig zou zijn en wel van de Tamarisk (Tamarix mannifera) waarop een insect (Trabutina mannipara en Najacoccus serpentinus), door het beschadigen van de boom, een suikerachtige substantie produceert die dan manna wordt genoemd. Niet alleen op de Tamarisk komt dit fenomeen voor, ook bij andere bomen, struiken en planten zien we dit terug zoals bij de Kameel doornstruik (Alhagi Camelorum), Mannakorstmos (Lecanora esculenta), Pluim-es (Fraxinus ornus) en andere. En hoewel de Arabieren dit “mann es-sama” ("gift van hemel" of "hemelse manna") noemden is een terechte vraag of we dit manna gelijk mogen stellen aan het manna dat in de Bijbel wordt genoemd.

De beschrijving komt in verscheidene opzichten misschien overeen met het manna van de Bijbel, maar het mist sommige van zijn onderscheidende kwaliteiten. Zo kan het (bijna) niet worden gemalen of kapot worden geslagen, en worden verwerkt in brood. Ook rot het niet of komen er na enige tijd wormen in. Omdat de substantie bijna volledig uit suiker bestaat kan het bovendien, nadat het is verzameld, voor langere tijd worden bewaard en niet zoals in de Bijbel staat slechts één dag. Een laatste argument is dat deze kleine insecten nooit voldoende “manna” konden produceren, dat het genoeg was om de Joden te voeden tijdens hun 40-jarige exodus.

Alhagi mannifera

Een boom waarvan men denkt dat het manna afkomstig is.

Paddestoelen

Deskundigen op het gebied van ethnomycologie zoals R. Gordon Wasson, John Marco Allegro en Terence McKenna hebben gespeculeerd dat het heilige voedsel soma wat wordt genoemd in de Rigveda van de Hindoes en de Mexicaanse teonanácatl (lett. "goddelijke paddestoel"), kandidaten zijn in de identificatie van Manna. Volgens hen is het eten van manna dan ook niets anders dan het nuttigen van hallucinogenische paddestoelen (Psilocybe).

Mannakorstmos (Lecanora esculenta)

Het manna uit de bijbel was volgens sommige historici Lecanora esculenta, een korstmos. Een korstmos is een symbiose (=samenlevingsvorm van twee of meer verschillende levensvormen, waarbij allebei de levensvormen voordeel uit de samenwerking halen) tussen De Lecanora esculenta komt voor in de droge steppengebieden van Klein-Azië, het Midden-Oosten en Noord-Afrika, waar het soms massaal voorkomt. Het is een van de weinige snel groeiende korstvormige soorten, in dit kader is de volgende observatie interessant:

The director of the central despensary at Bagdad has sent to La Nature a specimen of an edible substance which fell during an abundant shower in the neighbourhood of Merdin and Diarbekir (Turkey in Asia) in August 1890. The rain which accompanied the substance fell over a surface of about ten kilometres in circumference. The inhabitants collected "manna", and made it into bread, which is said to have been very good and to have been easily digested. The specimen sent to La Nature is composed of small spherules; yellowish on the outside, it is white within. Botanists who have examined it say that it belongs to the family of lichens known as Lecanora esculenta. According to Decaisne, this lichen, which has been found in Algeria, it is most frequently met with on the most arid mountains of Tartary, where it lies among pebbles from which it can be distinguished only by experienced observers. It is also found in the desert of the Kirghizes. The traveller Parrot brought to Europe specimens of a qunatity which had fallen in several districts of Persia at the beginning of 1828. He was assured that the ground was covered with the substance to the height of two decimetres, that aninmals ate it eagerly, and that it was collected by the people. In such cases it is supposed to have been caught up by a waterspout, and carried along by the wind. Note that lichens grow slowly.

Nature, Vol. 43 p. 255, Januari 15, 1891

Tegenwoordig wordt deze korstmos nog gebruikt als veevoer.

Toch zijn er bezwaren aan te voeren tegen deze hypothese, de belangrijkste is dat ondanks deze korstmos snelgroeiend is, dit toch zo langzaam is dat het nooit voldoende kon zijn voor zo'n grote populatie voor zo'n lange periode als de Joden in de Exodus.

Sprinkhanen

Sommigen gaan ervan uit dat Johannes de Doper geen sprinkhanen maar "manna" at. Men gaat er dan van uit dat Mattheus het Griekse akris (sprinkhaan) in de LXX verwarde met egkris (koek).

Velikovsky - Venus

Velikovsky (Worlds in Collision (1950) p. 135-136) dat het manna helemaal niet afkomstig is van een plant of boom maar dat het een suikerachtige substantie was welke afkomstig zou zijn van een meteoor. Hoewel deze hypothese door de meeste wetenschappers wordt afgewezen, hebben chemici bij meerdere meteorieten suikerachtige substanties gevonden (Nature, 414, 879 (2001) The chemists have identified the three-carbon sugar dihydroxyacetone, some tentative evidence for six-carbon sugars such as glucose, and a host of other polyols of the three- to six-carbon size as constituents of the Murchison meteorite, which fell in Australia in 1969, and of the Murray meteorite, which fell in Kentucky in 1950).


Geschiedenis

Operatie Manna was de benaming van de voedseldroppings door de geallieerden, aan het eind van de Hongerwinter in de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Het werd uitgevoerd door de Britse RAF eenheden en squadrons van de Australische, Canadese, Nieuw-Zeelandse en Poolse luchtmachten tussen 29 april en 7 mei 1945. Een soortgelijke actie was Operatie Chowhound welke door de Amerikaanse luchtmacht werd uitgevoerd.


Aangemaakt 18 december 2005, laatst gewijzigd 3 mei 2019


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!