De boeken Koningen (Hebreeuws סֵפֶר מְלָכִים) zijn een onderdeel van de Bijbel. In de christelijke Bijbel komen zij na de boeken van Samuel en voor de Kronieken. In de Hebreeuwse Bijbel worden ze gerangschikt onder de profeten.
De twee boeken vormden oorspronkelijk één boek (Hebreeuws סֵפֶר מְלָכִים). Samen met 1 en 2 Samuel vormden ze een vierdelig werk in de Septuagint: Boeken van de koninkrijken (Grieks Βíβλοι Βασιλειῶν, Latijn Libri Regnum of Regnorum). Hierbij waren 1 en 2 Samuel evenals in de Vulgaat 1 en 2 Koningen, terwijl de boeken Koningen 3 en 4 Koningen worden genoemd. In sommige oude Bijbels en commentaren zien we nog deze oude indeling.
Volgens de Talmoed was de profeet Jeremia de schrijver (Talmoed Bava Batra 15a).
Martin Noth voerde aan dat de boeken het werk was van één enkel individu dat in de 6de eeuw v.C. het promoten van de religieuze hervormingen van Josia en de noodzaak van bekering. Maar tegenwoordig hebben geleerden de neiging om het te behandelen alsof het werk uit ten minste twee lagen bestaat: een eerste editie uit de tijd van Josia (eind 7de eeuw v.C.), waarin de religieuze hervormingen van Josia en de noodzaak van bekering worden gepromoot, en een tweede en laatste editie uit het midden van de 6de eeuw v.C.. Er zijn ook verdere bewerkingsniveaus voorgesteld, waaronder: een uitgave uit het einde van de 8ste eeuw v.C. waarin Hizkia van Juda wordt genoemd als het model voor koningschap; een eerdere versie uit de 8ste eeuw v.C. met een soortgelijke boodschap, maar waarin Jehu van Israël werd geïdentificeerd als de ideale koning; en een nog eerdere versie waarin het Huis van David werd gepromoot als de sleutel tot nationaal welzijn.
De datum van ontstaan is afhankelijk van wie de auteur is. Uitgaande van Jeremia zal dat in de tweede helft van de 6de eeuw v.C. zijn geweest.
De Bijbelboeken beslaan de geschiedenisperiode vanaf het sterven van koning David tot de verovering van het koninkrijk Juda door de Babylonische koning Nebukadnezar II. Hierbij worden vooral de koningen en profeten behandeld. De Bijbelboeken 1 en 2 Kronieken behandelen dezelfde periode, echter door ligt de nadruk meer op de priesterlijke aspecten.
De volgende profeten worden bij name genoemd: Elia, Elisa, Nathan (1 Kon. 1:45), Achia (1 Kon, 11:29-40; 14:5), Semaja (1 Kon. 12:21-24), Jehu (1 Koningen 16:7, 12), Micha (1 Kon. 22:8), Jona (2 Kon. 14:25), Jesaja (2 Kon. 19:2) en Hulda (2 Kon. 22:14).
Aangemaakt 22 mei 2005, laatst bijgewerkt 19 december 2023