Psalmen, een van de boeken van de Bijbel uit het Oude Testament.
De Hebreeuwse naam is "Tehilliem" (lett. "songs of praise", lofliederen), cf. Ps.145:1. (NB. het meest gebruikte woord voor psalm is "mizmor").
Onze benaming "Psalmen" komt uit de LXX (Psalmoi), cf. ook Psalterion; afgeleid van "psallo" "tokkelen" (cf. "zamar"), vandaar de naam voor het instrument, vandaar de naam voor het lied (cf. mizmor"), zie zo Luk. 20:42; Hand. 1:20.
In de Hebreeuwse Bijbel staan de Psalmen, als eerste van de Geschriften (Ketoewiem), waarom?: i.v.m. auteur!
In de Vulgaat (niet in de LXX) en in onze bijbelvert. staat Job als eerste, waarom? Ivm. tijd.
Overgenomen met toestemming van P.A. Siebesma,
met aanvullingen van Marco Rutgers
De psalmen zijn, onder de leiding van de Heilige Geest, geschreven door verschillende personen. Van de 150 psalmen draagt bijna de helft de naam van David. In totaal hebben 105 psalmen de naam van de auteur in het opschrift:
NB: le = 1) van David (=gedicht door…); 2) op naam van; t.b.v. David (Ps. 20); 3) behorend tot… 4) over…. (Ps. 127)
Algemeen wordt in het Hebreeuws het boek Psalmen תְּהִלִּים 'tehillim' (mv. van תְּהִלָּה H8416) genoemd.
"mizmor" < 50 x, met muziekinstrumenten;
"sjier", lied, 30x, a capella;
"miktam" (kleinood) 6x (ps. 16,56-60), ??;
"tefilla" (gebed), bv. 17,86,90, 102,142;
"maskiel" (leerdicht), 13x (bv. Ps. 32,42,44);
"Sjier hamaaloth" ("Bedevaartslied"), Ps.120-134,
Verder veel onbekende termen, bv. Ps. 7: Siggaion ??
Een aantal termen geven aan, waarvoor een psalm wordt gebruikt: "toda" (100x, danklied); bv. Ps. 38,70, lett. "hazkir" "voor het gedenkoffer", of "verzoek".
Andere opschriften zeggen iets over de manier van voordragen van de psalm. Soms geven ze de instrumenten aan waarmee het lied moet worden begeleid, osf soms ook de melodie waarop het moet worden gezongen. Ook hier is veel moeilijk te vertalen. De Statenvertaling laat het meestal maar onvertaald. Voorbeelden:
- al-neginooth (bv Ps. 4): met snaarinstrumenten
- al-alamooth (Ps. 46): met sopraanstemmen. De NBG vat het op als een wijs waarop gezongen moet worden: op de wijs van ‘de jonkvrouwen’.
- al-ajjeleth-hashachar (Ps. 22): de hinde van het morgenrood. Verwijst dus naar een ander lied, waarvan dan de melodie moet worden gebruikt.
De aanduiding “la-menatstseach” (55x). Traditioneel wordt het vertaald met “voor de koorleider”, maar ook dan is niet altijd duidelijk wat ermee bedoeld wordt. In combinatie met de muziekaanwijzingen uit het vorige punt lijkt het nog wel logisch, maar soms komt de uitdrukking ook zelfstandig voor (bv Ps. 51). Op zo’n moment is niet duidelijk wat er met de opmerking bedoeld wordt.
Sela dat 71 keer in de psalmen voorkomt, verspreid over 39 psalmen. Er is geen verband met de lengte van de psalmen met het al dan niet gebruiken van het woord ‘sela’. Er wordt wel gedacht aan een ‘rustmoment’ in de muziek, maar bewijzen hiervoor zijn er niet.
Deze en andere termen zijn niet duidelijk.
Zie: Ps. 3,7,18,34,51-52, 54,56-57,59-60,63,142
De psalmen bestrijken een lange tijdsduur, te beginnen bij Mozes (Psalm 90) tot in de ballingschap (Psalm 137). Het boek van de psalmen is daarom niet in relatief korte tijd geschreven door één persoon, zoals dat bij meeste andere bijbelboeken wel het geval is. Het boek is waarschijnlijk samengesteld uit verschillende andere ‘bundels’. Gedeeltes van die oorspronkelijke bundels zijn nog terug te vinden, bv:
Hoewel het precieze moment van samenstellen van psalmen niet bekend is, moet dat toch ergens in de vierde of vijfde eeuw voor Christus zijn geweest. Zoals al gezegd wordt er in de psalmen verwezen naar de ballingschap, waarbij het boek dus na die tijd zijn uiteindelijke vorm moet hebben gekregen. Tegelijkertijd wordt in Joodse geschriften van voor 200 voor Christus al verwezen naar de psalmen als compleet en gezaghebbend boek.
Bij de samenstelling van het boek zoals het nu is, zijn de psalmen onderverdeeld in vijf delen. Deze zijn te herkennen aan de vijf doxologieën (lofprijzingen) aan het einde van ieder boek: Ps. 41:14; 72:18vv.; 89:53; 106:48; en 150.
Op basis van een studie van Marco Rutgers
De psalmen waren een belangrijk onderdeel van de eredienst in de tempel. Het zijn duidelijk liederen die bedoeld zijn om te zingen, begeleid door instrumenten. Dat er uitbundig gebruik gemaakt werd van instrumenten blijkt bijvoorbeeld uit 1 Kron. 15:16-21.
Indeling in 5 boeken: 1-41 / 42-72 / 73-89 / 90-106 / 107-150. Waarom?
a)- weerspiegelt het patroon van de Tora, de vijf boeken van Mozes
b)- correspondeert met de wekelijkse synagogenlezing van de Tora (153 delen, 3 jaar).
Daarom achter ieder deel een doxologie: 41:14; 72:18vv.; 89:53; 106:48; en 150.
NB. 1) in LXX Ps. 151 (over David's strijd met Goliath),
2) LXX vat Ps. 9 en 10 als één psalm op, en verdeelt Ps. 147 in 146 en 147. Let dus op verschil in nummering: onze Ps. 23 is LXX Ps. 22
In verschillende handschriften worden psalmen soms samengevoegd of gesplitst. Voorbeelden hiervan zijn:
Heel belangrijk is dit punt natuurlijk niet. De inhoud van de tekst verandert er niet door.
Het is bijzonder om te zien dat de vijf psalmboeken parallellen hebben met de vijf boeken van Mozes.
Boek 1: Psalm 1 – 41 (De mens in beeld)
Dit boek correspondeert met Genesis. In het boek Genesis vinden we de hele inhoud van de Bijbel in een notendop. Dit eerste Bijbelboek is het fundament van de hele Goddelijke heilsopenbaring. Alle grote en belangrijke heilswaarheden kunnen we in kiemvorm in Genesis terugvinden.
Zo bevat ook het eerste deel van de Psalmen het hele boek van de Psalmen in een notendop. Beide boeken hebben tot onderwerp: “De mens – zijn oorspronkelijke staat, zijn val en zijn herstel”.
Boek 2: Psalm 42 – 72 (Israël in beeld)
Dit boek correspondeert met Exodus. Het boek Exodus beschrijft het lijden van Gods verbondsvolk Israël, als zij vervolgd worden door hun vijanden. Maar tevens deelt dit boek ons mee, hoe God Zijn volk verlost en leidt naar het land van de belofte.
Het tweede boek van de Psalmen begint met de lijdens-psalmen. Godvrezende Joden roepen tot de Here om verlossing. Zij zijn ver weg van het heiligdom. We zien Israëls ellende (42-49), haar Verlosser (50-60) en haar verlossing (61-72).
Profetisch spreekt dit tweede boek over de tijd dat Israël verdrukt is en verdreven uit het land. Dat geldt zowel voor de tijd van de Diaspora alsook voor de verdrijving en verdrukking van het gelovig overblijfsel in de Grote Verdrukking. Het is ook mooi om te zien dat Jona in de vis (beeld van tijdelijke terzijdestelling van Israël) vooral citeert uit dit tweede Psalmboek!
Let op dat in profetie en typologie Israël en de Messias vaak samenvloeien. Hetzelfde lijden dat beschreven wordt voor de Messias is tevens het lijden van Israël. De Messias is de verpersoonlijking van hét ware Israël.
Boek 3: Psalm 73 – 89 (Het heiligdom in beeld)
Dit boek correspondeert met Leviticus. Het boek Leviticus heeft als kernuitdrukking “de heiligheid van de Here”. Het hele boek houdt zich bezig met de dienst en aanbidding van God in het heiligdom.
Dit is ook het grote thema in het derde Psalmboek. Het begint met de Psalmen van Asaf, die veel schrijft over het heiligdom.
Boek 4: Psalm 90 – 106 (De aarde in beeld)
Dit boek correspondeert met Numeri. Het grote thema van Numeri is de aarde en het beloofde land. Dit wordt ook in het vierde Psalmboek bezongen. Zegen voor de aarde is nodig (90-94), zegen wordt verwacht (95-100) en zegen zal eenmaal worden genoten (101-106).
We vinden in dit vierde Psalmboek ook de vrederijk-Psalmen. Profetisch wijst dit boek dan ook vooruit naar het 1000-jarig vrederijk.
Boek 5: Psalm 107 – 150 (Het Woord in beeld)
Dit boek correspondeert met Deuteronomium. Net zoals het boek Deuteronimium begint het vijfde Psalmboek met een samenvatting van Gods wegen met zijn volk (Ps. 107). Er wordt grote zegen voorspeld als zij Gods Woord gehoorzamen, maar ook vloek en verstrooiing zals zij Zijn Woord niet gehoorzamen. Zoals Deuteronomium het boek van de Wet is, het Woord van God, zo draaien ook veel van de psalmen uit het vijfde boek rondom het Woord van God.
Profetisch zien we hier ook een afsluiting van de heilsgeschiedenis: één grote lofzang aan het eind, wanneer God alles en in allen zal zijn.
Wat is het kenmerk van Hebreeuwse poëzie?
- parallelismus membrorum: bv.
herhalend (synoniem) parallellisme (Ps. 24:1-6; 51:3-5, etc.)
tegenstellend (antithetisch) parallellisme (Ps. 37:9,16,17; 1:6)
aanvullend (synthetisch) parallellisme (Ps. 51:16,17; Ps. 23)
- geen rijm! (Cf. Gen. 4:23; Ri. 16:24, waarom hier wel?)
- Acrostichon: Ps. 9,10; 25; 34; 37 en 119
Nb. er komt wel veelvuldig alliteratie voor, alsook chiasme
Zie Dillard en Longman, p. 271-278: loflied; klaaglied; danklied; psalm van vertrouwen; herinneringspsalm; wijsheidspsalm; koningspsalm.
Maak daarbij gebruik van de volgende vragen. (aan de hand van Psalm 121)
1.Wie heeft de psalm geschreven? Wanneer?
2.Wat is de culturele context en achtergrond van de psalm? Waarom gedicht?
3.Wie spreekt er? Let op “ik”, “hij”, “zij”, etc.
4.Verdeel de psalm in strofen.
Nb. De indeling van de NBV is niet (altijd) maatgevend.
Bijv. Psalm 121 kun je op verschillende wijzen indelen a.h.v. de interpretatie:
Is het een dialoog of een monoloog?
Mogelijkheid 1) 1-2; 3-4; 5-6; 7-8 Pro: 4 lichaamsdelen: in elk deel een!
Mogelijkheid 2) 1-2; 3-5; 6-8 Pro: in strofe 1: hulp en in strofe 2: 3x bewaken als zelfst.nw. en in strofe 3 3x bewaken werkwoord. 5x jouw in de 2e strofe en 5x jou in de derde strofe. Strofe 2: neg. – neg. – pos. In strofe 3 neg. – pos. – pos.
5. Wat zijn de kernwoorden van deze psalm?
In Psalm 121: begin en eind: komen / van Verder: bewaken; hulp
6. Welke vormen van parallellisme worden gebruikt. Let op het chiasme.
7. Let op de variaties in het parallellisme: getal, sekse, abstractie; cijfers; letters; etc.
8. Hoe beginnen de strofen?
9. Welke stijlfiguren worden gebruikt?
Vergelijkingen: simile; metafoor; allegorie, personificatie; woordspelingen; ironie, hyperbool; oxymoron; rhetorische vraag, etc. Let ook op: pars pro toto; totum pro parte; merisme; hendyadys.
Nb. Dit staat niet los van de inhoud en de exegese. Bijv. Psalm 121:6
1)Maansteek: epilepsie (Matth. 4:24; 17:15) als contrast van de zonnesteek (2 Kon. 4:18-20; Jona 4:8)
2)Koude versus hitte
3)Demonisch?
10. Kijk in de commentaren. Vooral behulpzaam is: World Biblical Commentary; nb. Niet alle commentarenreeksen zijn volledig. Kijk niet meteen in een commentaar, maar zoek eerst het zelf uit. Het is cool als je meer hebt ontdekt dan het commentaar!
Prof. P.A. Siebesma