Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
Het Bijbelboek Obadja (Hebreeuws עֹבַדְיָה H5662) is het kortste boek van de kleine profeten.
Titel
- Obadja, naar de schrijver van het boek.
Auteur
Ontstaan
De datering van het Bijbelboek Obadja is onderwerp van debat onder Bijbelwetenschappers, omdat het boek zelf geen specifieke historische gebeurtenissen noemt die met zekerheid te identificeren zijn. De voorgestelde dateringen variëren sterk, afhankelijk van de interpretatie van de historische context.
- Het is lastig te bepalen wanneer de profeet heeft geleefd. De verzen 10-14 en 16 geven een mogelijke aanduiding wanneer Obadja is geschreven, omdat de profeet verwijst naar een tijd in het schijnbaar recente verleden toen de Edomieten zich verheugden over een succesvolle invasie van Jeruzalem. Er zijn een zevental gelegenheden in het Oude Testament vermeld waarvan we weten dat Jeruzalem een invasie meemaakte en een nederlaag leed. Een van deze is waarschijnlijk de gebeurtenis waarnaar de profeet verwees.
De volgende gangbare theorieën zijn er:
Vroege Datering: 9de eeuw v.C.
- Context: Sommigen plaatsen Obadja in de tijd van koning Joram (848-841 v.C.), toen Edom zich van Juda losmaakte (2 Kon. 8:20-22). Deze datering ziet de beschuldigingen tegen Edom als een reactie op hun vijandigheid tijdens deze periode.
- Argumenten:
- De algemene toon van de tekst kan passen bij vroege profetische geschriften.
- De focus op Edom lijkt direct verbonden met hun rebellie tegen Juda.
- De plaats van de profetie in de Hebreeuwse canon. De Kleine Profeten staan gewoonlijk op één rol voor het gemak en om te voorkomen dat ze verloren zouden gaan. De volgorde waarin ze in de Hebreeuwse Bijbel voorkomen is in principe chronologisch, en deze volgorde werd voortgezet in de christelijke Bijbel (inclusief Nederlandse vertalingen). Dit zou tot de conclusie leiden dat Obadja werd beschouwd als een van de eerdere profetische boeken. De invasie ten tijde van de regering van Joram is dan zeer aannemelijk.
Late Datering: 6de eeuw v.C.
- Context: Veel wetenschappers plaatsen Obadja in de tijd na de vernietiging van Jeruzalem door de Babyloniërs in 586 v.C. Edom zou hebben geprofiteerd van de val van Juda door het land binnen te vallen en zich vijandig op te stellen.
- Argumenten:
- Obadja 11-14 beschrijft Edoms acties tijdens een grote rampspoed voor Juda, wat sterk lijkt te verwijzen naar de verwoesting van Jeruzalem.
- De nadruk op de "dag des Heren" kan wijzen op een periode van intense verwachting van goddelijk ingrijpen na de ballingschap.
- De parallellen met Jeremia 49:7-22, die over Edom oordeelt, wijzen op een context waarin het Babylonische rijk een dominante macht was.
Hybride Standpunt: Redactie over Tijd
- Context: Sommigen suggereren dat Obadja mogelijk een basis heeft in oudere profetieën tegen Edom (misschien uit de 9de eeuw v.C.), maar later is aangepast of uitgebreid in de tijd van de ballingschap.
- Argumenten:
- Dit standpunt verklaart waarom sommige passages lijken te passen bij vroege conflicten, terwijl andere verwijzen naar latere gebeurtenissen.
De meeste Bijbelwetenschappers gaan uit dat Obadja in de 6de eeuw v.C., rond of na 586 v.C. is geschreven, vanwege de duidelijke verwijzingen naar een grote nationale rampspoed die overeenkomt met de Babylonische verwoesting van Jeruzalem en Edoms rol daarin.
Thema
- De profeet Obadja richt zich op Edom, een natie afstammend van Ezau, en veroordeelt hun houding en acties tegen Israël, afstammend van Jakob. De relatie tussen Edom en Israël is doordrenkt van broedertwisten en staat symbolisch voor de strijd tussen Ezau en Jakob.
- Door zijn verraad en trots staat Edom Gods oordeel te wachten. Obadja maakt hiermee duidelijk hoezeer God de zonde haat. Het is ondenkbaar dat God rustig toekijkt wanneer de ene broer de andere broer laat afslachten en daaraan zelfs meehelpt. God komt tussenbeide en verwoest Edom.
- Hierbij is er de volgende semantische betekenis uit te halen:
- Rechtvaardigheid van God: De semantiek benadrukt Gods onverbiddelijke rechtvaardigheid. Edoms hoogmoed en zonden leiden tot hun val.
- Omkering van rollen: Edom, dat zich verheft boven Israël, wordt uiteindelijk vernietigd, terwijl Israël wordt hersteld. Deze omkering is een centraal thema in profetische literatuur.
- Universeel oordeel: Hoewel Edom centraal staat, breidt de boodschap zich uit naar alle volken. De dag des Heren is een universeel moment van gerechtigheid.
- Symboliek en Typologie
- Edom als symbool: In een bredere context symboliseert Edom de vijanden van Gods volk. Hun vernietiging kan worden geïnterpreteerd als een eschatologische verwijzing naar de overwinning van het goede over het kwade.
- Heiligheid van Sion: Het herstelde Sion staat symbool voor Gods heerschappij en het herstel van rechtvaardigheid.
Taal en retoriek
- Poëtische stijl: Het boek maakt veelvuldig gebruik van Hebreeuwse poëzie. Dit omvat parallellisme, metaforen en hyperbolen om de ernst van het oordeel te benadrukken.
- Semantische velden:
- Oordeel en vernietiging: Kernwoorden als "verdelgen" (vs. 9), "omkeren" (vs. 15), en "vernietigen" (vs. 18) domineren de tekst.
- Hoogmoed en vernedering: Edom wordt bekritiseerd vanwege hun arrogantie ("Jouw trots heeft je misleid," vs. 3), wat in contrast staat met de aangekondigde vernedering.
- Herstel en hoop: De dag des Heren (vs. 15) wordt gepresenteerd als een moment van gerechtigheid waarin Israël wordt hersteld.
Synopsis
- Inleiding (vers 1): De oproep tot een goddelijke strijd tegen Edom, gericht aan de naties.
- Beschuldiging tegen Edom (vers 2-14): De arrogantie en zonden van Edom worden opgesomd, inclusief hun passieve en actieve betrokkenheid bij de val van Juda.
- Dag des Heren (vers 15-18): Dit is een sleutelbegrip dat een moment van universeel oordeel en herstel aanduidt. De rollen worden omgekeerd: Edom wordt vernederd en Israël verheven.
- Herstel van Israël (vers 19-21): De afsluiting schetst een visioen van Israël dat zijn land terugkrijgt en God regeert als koning.
Kernwoorden
- "Hoogte" en "Diepte" (vers 3-4): Edoms trots is verbonden met hun geografische ligging in de bergen, die hun schijnbare onaantastbaarheid symboliseert. Het contrast tussen de "hoogte van de adelaar" en de "diepte" waarnaar ze zullen worden neergestort, benadrukt de onmacht van menselijke trots tegenover God.
- "Dag des Heren" (vers 15): Dit concept is geladen met apocalyptische connotaties en verwijst naar een tijd van goddelijk ingrijpen. Het semantische veld omvat oordeel, rechtvaardigheid en kosmische ommekeer.
- "Vuur" en "Stro" (vers 18): De metaforiek van vuur symboliseert vernietiging en zuivering, terwijl stro kwetsbaarheid en vergankelijkheid aanduidt.
Aangemaakt 22 mei 2005, laatst gewijzigd 20 november 2024