Lukas 2:32 | Een Licht tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van Uw volk Israel. |
Lukas 7:5 | Want hij heeft ons volk lief, en heeft zelf ons de synagoge gebouwd. |
Lukas 12:30 | Want al deze dingen zoeken de volken der wereld; maar uw Vader weet, dat gij deze dingen behoeft. |
Lukas 18:32 | Want Hij zal den heidenen overgeleverd worden, en Hij zal bespot worden, en smadelijk behandeld worden, en bespogen worden. |
Lukas 21:10 | Toen zeide Hij tot hen: Het [ene] volk zal tegen het [andere] volk opstaan, en het [ene] koninkrijk tegen het [andere] koninkrijk. |
Lukas 21:24 | En zij zullen vallen door de scherpte des zwaards, en gevankelijk weggevoerd worden onder alle volken; en Jeruzalem zal van de heidenen vertreden worden, totdat de tijden der heidenen vervuld zullen zijn. |
Lukas 21:25 | En er zullen tekenen zijn in de zon, en maan, en sterren, en op de aarde benauwdheid der volken met twijfelmoedigheid, als de zee en watergolven groot geluid zullen geven; |
Lukas 22:25 | En Hij zeide tot hen: De koningen der volken heersen over hen; en die macht over hen hebben, worden weldadige [heren] genaamd. |
Lukas 23:2 | En zij begonnen Hem te beschuldigen, zeggende: Wij hebben bevonden, dat Deze het volk verkeert, en verbiedt den keizer schattingen te geven, zeggende, dat Hij Zelf Christus, de Koning is. |
Lukas 24:47 | En in Zijn Naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonden, onder alle volken, beginnende van Jeruzalem. |
Johannes 11:48 | Indien wij Hem alzo laten [geworden], zij zullen allen in Hem geloven, en de Romeinen zullen komen, en wegnemen beide onze plaats en volk. |
Johannes 11:50 | En gij overlegt niet, dat het ons nut is, dat een mens sterve voor het volk, en het gehele volk niet verloren ga. |
Johannes 11:51 | En dit zeide hij niet uit zichzelven; maar, zijnde hogepriester deszelven jaars, profeteerde hij, dat Jezus sterven zou voor het volk; |
Johannes 11:52 | En niet alleen voor dat volk, maar opdat Hij ook de kinderen Gods, die verstrooid waren, tot een zou vergaderen. |
Johannes 18:35 | Pilatus antwoordde: Ben ik een Jood? Uw volk en de overpriesters hebben U aan mij overgeleverd; wat hebt Gij gedaan? |
Handelingen 2:5 | En er waren Joden, te Jeruzalem wonende, godvruchtige mannen van allen volke dergenen, die onder den hemel zijn. |
Handelingen 4:25 | Die door den mond van David Uw knecht, gezegd hebt: Waarom woeden de heidenen, en hebben de volken ijdele dingen bedacht? |
Handelingen 4:27 | Want in der waarheid zijn vergaderd tegen Uw heilig Kind Jezus, Welken Gij gezalfd hebt, beiden Herodes en Pontius Pilatus, met de heidenen en de volken Israels; |
Handelingen 7:7 | En het volk, dat zij dienen zullen, zal Ik oordelen, sprak God; en daarna zullen zij uitgaan, en zij zullen Mij dienen in deze plaats. |
Handelingen 7:45 | Welken ook onze vaders ontvangen hebbende, met Jozua gebracht hebben in het [land], dat de heidenen bezaten, die God verdreven heeft van het aangezicht onzer vaderen, tot de dagen van David toe; |