G2532 καί
en, ook, zelfs, dan ook, maar

Bijbelteksten

Mattheus 10:36En zij [zullen] des mensen vijanden [worden], die zijn huisgenoten [zijn].
Mattheus 10:37Die vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig; en die zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig.
Mattheus 10:38En die zijn kruis niet [op zich] neemt, en Mij navolgt, is Mijns niet waardig.
Mattheus 10:39Die zijn ziel vindt, zal [dezelve] verliezen; en die zijn ziel zal verloren hebben om Mijnentwil, zal dezelve vinden.
Mattheus 10:40Die u ontvangt, ontvangt Mij; en die Mij ontvangt, ontvangt Hem, Die Mij gezonden heeft.
Mattheus 10:41Die een profeet ontvangt in den naam eens profeten, zal het loon eens profeten ontvangen; en die een rechtvaardige ontvangt in den naam eens rechtvaardigen, zal het loon eens rechtvaardigen ontvangen.
Mattheus 10:42En zo wie een van deze kleinen te drinken geeft alleenlijk een beker koud [water], in den naam eens discipels, voorwaar zeg Ik u, hij zal zijn loon geenszins verliezen.
Mattheus 11:1En het is geschied, toen Jezus geeindigd had Zijn twaalf discipelen bevelen te geven, dat Hij van daar voortging, om te leren en te prediken in hun steden.
Mattheus 11:4En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Gaat heen en boodschapt Johannes weder, hetgeen gij hoort en ziet:
Mattheus 11:5De blinden worden ziende, en de kreupelen wandelen; de melaatsen worden gereinigd, en de doven horen; de doden worden opgewekt, en den armen wordt het Evangelie verkondigd.
Mattheus 11:6En zalig is hij, die aan Mij niet zal geergerd worden.
Mattheus 11:9Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een profeet? Ja, Ik zeg u, ook veel meer dan een profeet.
Mattheus 11:12En van de dagen van Johannes den Doper tot nu toe, wordt het Koninkrijk der hemelen geweld aangedaan, en de geweldigers nemen hetzelve met geweld.
Mattheus 11:13Want al de profeten en de wet hebben tot Johannes toe geprofeteerd.
Mattheus 11:14En zo gij het wilt aannemen, hij is Elias, die komen zou.
Mattheus 11:16Doch waarbij zal Ik dit geslacht vergelijken? Het is gelijk aan de kinderkens, die op de markten zitten, en hun gezellen toeroepen,
Mattheus 11:17En zeggen: Wij hebben u op de fluit gespeeld, en gij hebt niet gedanst; wij hebben u klaagliederen gezongen, en gij hebt niet geweend.
Mattheus 11:18Want Johannes is gekomen, noch etende, noch drinkende, en zij zeggen: Hij heeft den duivel.
Mattheus 11:19De Zoon des mensen is gekomen, etende en drinkende, en zij zeggen: Ziet daar, een Mens, [Die] een vraat en wijnzuiper [is], een Vriend van tollenaren en zondaren. Doch de Wijsheid is gerechtvaardigd geworden van Haar kinderen.
Mattheus 11:21Wee u, Chorazin! wee u Bethsaida! want zo in Tyrus en Sidon de krachten waren geschied, die in u geschied zijn, zij zouden zich eertijds in zak en as bekeerd hebben.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs