G5746

Bijbelteksten

Handelingen 26:10Hetwelk ik ook gedaan heb te Jeruzalem, en ik heb velen van de heiligen in de gevangenissen gesloten, de macht van de overpriesters ontvangen hebbende; en als zij omgebracht werden, stemde ik het toe.
Handelingen 27:8En hetzelve nauwelijks voorbij zeilende, kwamen wij in een zekere plaats genaamd Schonehavens, waar de stad Lasea nabij was.
Handelingen 27:11Doch de hoofdman geloofde meer den stuurman en den schipper, dan hetgeen van Paulus gezegd werd.
Handelingen 27:14Maar niet lang daarna, sloeg tegen hetzelve een stormwind, genaamd Euroklydon.
Handelingen 27:16En lopende onder een zeker eilandje, genaamd Klauda, konden wij nauwelijks de boot machtig worden.
Handelingen 27:18En alzo wij van het onweder geweldiglijk geslingerd werden, deden zij den volgende [dag] een uitworp;
Handelingen 27:27Als nu de veertiende nacht gekomen was, alzo wij in de Adriatische zee herwaarts en derwaarts gedreven werden, omtrent het midden des nachts, vermoedden de scheepslieden, dat hun enig land naderde.
Handelingen 28:8En het geschiedde, dat de vader van Publius, met koortsen en den roden loop bevangen zijnde, te bed lag; tot denwelken Paulus inging, en als hij gebeden had, legde hij de handen op hem, en maakte hem gezond.
Handelingen 28:10Die ons ook eerden met veel eer, en als wij vertrekken zouden, bestelden zij [ons] hetgeen van node was.
Handelingen 28:24En sommigen geloofden wel, hetgeen gezegd werd, maar sommigen geloofden niet.
Romeinen 1:20Want Zijn onzienlijke dingen worden, van de schepping der wereld aan, uit de schepselen verstaan en doorzien, beide Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn.
Romeinen 2:18En gij weet [Zijn] wil, en beproeft de dingen, die [daarvan] verschillen, zijnde onderwezen uit de wet;
Romeinen 3:21Maar nu is de rechtvaardigheid Gods geopenbaard geworden zonder de wet, hebbende getuigenis van de wet en de profeten:
Romeinen 3:24En worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is;
Romeinen 8:24Want wij zijn in hope zalig geworden. De hoop nu, die gezien wordt, is geen hoop; want hetgeen iemand ziet, waarom zal hij het ook hopen?
Romeinen 12:9De liefde zij ongeveinsd. Hebt een afkeer van het boze, en hangt het goede aan.
1 Corinthiers 1:18Want het woord des kruises is wel dengenen, die verloren gaan, dwaasheid; maar ons, die behouden worden, is het een kracht Gods;
1 Corinthiers 2:6En wij spreken wijsheid onder de volmaakten; doch een wijsheid, niet dezer wereld, noch der oversten dezer wereld, die te niet worden;
1 Corinthiers 4:12En arbeiden, werkende met onze eigen handen; wij worden gescholden, en wij zegenen; wij worden vervolgd, en wij verdragen;
1 Corinthiers 4:13Wij worden gelasterd, en wij bidden; wij zijn geworden als uitvaagsels der wereld [en] aller afschrapsel tot nu toe.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin