H157 אָהַב
beminnen, liefhebben, boelen (Ezech en Hos), beminde (bn), liefhebber, belust zijn op, bevriend zijn
Psalm 33:5 | Hij heeft gerechtigheid en gericht lief; de aarde is vol van de goedertierenheid des HEEREN. |
Psalm 34:13 | [Mem.] Wie is de man, die lust heeft ten leven, die dagen liefheeft, om het goede te zien? |
Psalm 37:28 | Want de HEERE heeft het recht lief, en zal Zijn gunstgenoten niet verlaten; in eeuwigheid worden zij bewaard; maar het zaad der goddelozen wordt uitgeroeid. |
Psalm 38:12 | Mijn liefhebbers en mijn vrienden staan van tegenover mijn plage, en mijn nabestaanden staan van verre. |
Psalm 40:17 | Laat in U vrolijk en verblijd zijn allen, die U zoeken; laat de liefhebbers Uws heils geduriglijk zeggen: De HEERE zij groot gemaakt! |
Psalm 45:8 | Gij hebt gerechtigheid lief, en haat goddeloosheid; daarom heeft U, o God! Uw God gezalfd met vreugdeolie, boven Uw medegenoten. |
Psalm 47:5 | Hij verkiest voor ons onze erfenis, de heerlijkheid van Jakob, dien Hij heeft liefgehad. Sela. |
Psalm 52:5 | Gij hebt het kwade liever dan het goede, de leugen, dan gerechtigheid te spreken. Sela. |
Psalm 52:6 | Gij hebt lief alle woorden van verslinding, [en] een tong des bedrogs. |
Psalm 69:37 | En het zaad Zijner knechten zal haar beerven; en de liefhebbers Zijns Naams zullen daarin wonen. |
Psalm 70:5 | Laat in U vrolijk en verblijd zijn allen, die U zoeken; laat de liefhebbers Uws heils geduriglijk zeggen: God zij groot gemaakt! |
Psalm 78:68 | Maar Hij verkoos den stam van Juda, den berg Sion, dien Hij liefhad. |
Psalm 87:2 | De HEERE bemint de poorten van Sion boven alle woningen van Jakob. |
Psalm 88:19 | Gij hebt vriend en metgezel verre van mij gedaan; mijn bekenden zijn [in] duisternis. |
Psalm 97:10 | Gij liefhebbers des HEEREN! haat het kwade; Hij bewaart de zielen Zijner gunstgenoten; Hij redt hen uit der goddelozen hand. |
Psalm 99:4 | En de sterkte des Konings, die het recht lief heeft. Gij hebt billijkheden bevestigd, Gij hebt recht en gerechtigheid gedaan in Jakob. |
Psalm 109:17 | Dewijl hij den vloek heeft liefgehad, dat die hem overkome, en geen lust gehad heeft tot den zegen, zo zij die verre van hem. |
Psalm 116:1 | Ik heb lief, want de HEERE hoort mijn stem, mijn smekingen; |
Psalm 119:47 | En ik zal mij vermaken in Uw geboden, die ik liefheb. |
Psalm 119:48 | En ik zal mijn handen opheffen naar Uw geboden, die ik liefheb, en ik zal Uw inzettingen betrachten. |