H341 אֹיֵב
vijand

Bijbelteksten

Psalm 89:23De vijand zal hem niet dringen, en de zoon der ongerechtigheid zal hem niet onderdrukken.
Psalm 89:43Gij hebt de rechterhand zijner wederpartijders verhoogd; Gij hebt al zijn vijanden verblijd.
Psalm 89:52Waarmede, o HEERE! Uw vijanden smaden, waarmede zij de voetstappen Uws gezalfden smaden.
Psalm 92:10Want zie, Uw vijanden, o HEERE! want zie, Uw vijanden zullen vergaan; al de werkers der ongerechtigheid zullen verstrooid worden.
Psalm 102:9Mijn vijanden smaden mij al den dag; die [tegen] mij razen, zweren bij mij.
Psalm 106:10En Hij verloste hen uit de hand des haters, en Hij bevrijdde hen van de hand des vijands.
Psalm 106:42En hun vijanden hebben hen verdrukt, en zij zijn vernederd geworden onder hun hand.
Psalm 110:1Een psalm van David. De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten.
Psalm 110:2De HEERE zal den scepter Uwer sterkte zenden uit Sion, [zeggende:] Heers in het midden Uwer vijanden.
Psalm 119:98Zij maakt mij door Uw geboden wijzer, dan mijn vijanden zijn, want zij is in eeuwigheid bij mij.
Psalm 127:5Welgelukzalig is de man, die zijn pijlkoker met dezelve gevuld heeft; zij zullen niet beschaamd worden, als zij met de vijanden spreken zullen in de poort.
Psalm 132:18Ik zal zijn vijanden met schaamte bekleden; maar op hem zal zijn kroon bloeien.
Psalm 138:7Als ik wandel in het midden der benauwdheid, maakt Gij mij levend; Uw hand strekt Gij uit tegen den toorn mijner vijanden, en Uw rechterhand behoudt mij.
Psalm 139:22Ik haat hen met volkomen haat, tot vijanden zijn zij mij.
Psalm 143:3Want de vijand vervolgt mijn ziel, hij vertreedt mijn leven ter aarde; hij legt mij in duisternissen, als degenen, die over lang dood zijn.
Psalm 143:9Red mij, HEERE! van mijn vijanden; bij U schuil ik.
Psalm 143:12En roei mijn vijanden uit, om Uw goedertierenheid, en breng hen om, allen, die mijn ziel beangstigen; want ik ben Uw knecht.
Spreuken 16:7Als iemands wegen den HEERE behagen, zo zal Hij ook zijn vijanden met hem bevredigen.
Spreuken 24:17Verblijd u niet als uw vijand valt; en als hij nederstruikelt, laat uw hart zich niet verheugen;
Jesaja 1:24Daarom spreekt de Heere, HEERE der heirscharen, de Machtige Israëls: O wee! Ik zal Mij troosten van Mijn wederpartijders. Ik zal Mij wreken van Mijn vijanden.

Mede mogelijk dankzij