Gomer (vr. v. Hosea)

Bijbelteksten

Hosea 1:2Het begin van het woord des HEEREN door Hosea. De HEERE dan zeide tot Hosea: Ga henen, neem u een vrouw der hoererijen, en kinderen der hoererijen; want het land hoereert ganselijk van achter den HEERE.
Hosea 1:3Zo ging hij henen, en nam Gomer, een dochter van Diblaim; en zij ontving; en baarde hem een zoon.
Hosea 3:1En de HEERE zeide tot mij: Ga wederom henen, bemin een vrouw, die, bemind zijnde van [haar] vriend, nochtans overspel doet; gelijk de HEERE de kinderen Israels bemint, maar zij zien om, naar andere goden, en beminnen de flessen der druiven.
Hosea 3:3En ik zeide tot haar: Gij zult vele dagen na mij blijven zitten (gij zult niet hoereren, noch een [anderen] man geworden), en ik ook na u.

KlussenKlussen