Purim
פּוּר H6332 "Purim, Pur",

Zie ook: Beeldbank, Artikelen Blog, Esther, Esther (boek), Feesten en rouwdagen,

Purim is een van de meest vrolijke feesten van de Joden en is een herinnering aan de tijd dat ze tijdens de ballingschap in Perzië leefden.

Purim wordt ieder jaar gevierd op de 14de Adar van de Hebreeuwse kalender, tijdens schrikkeljaren (er zijn dan 2 maanden Adar), wordt Purim in de 2de Adar gevierd. Op die manier wordt Purim altijd een maand voor Pasen (Pesach) gevierd. De 14de dag van de eerste Adar wordt dan als een "kleine" feestdag beschouwd en wordt Purim Katan (=kleine Purim) genoemd.

De eerstvolgende Purim wordt gevierd op .

Inhoud

Bijbel

De geschiedenis van dit feest kunnen we lezen in het Bijbelboek Esther. Ten tijde van koningin Esther wilde Haman, de Agagiet, het volk vernietigen, maar God greep in (Esther 9). Haman was een belangrijke functionaris aan het hof van Ahasverus, de toenmalige koning van Perzië. Omdat hij zich ergerde aan Mordechai (de oom van koningin Esther) wilde hij de Joden uitroeien. Echter Mordechai kwam hier bijtijds achter en lichtte zijn nicht Esther in. Haman wiep het lot (=Pur) over de Joden in de 1ste maand, Nisan, de maand van Pesach, elke dag tot aan de 12de maand, Adar (Esther 3:7). Zijn plan was om de Joden uit te roeien op de 13de van de maand Adar. God beschikte het lot echter anders zodat Haman uitgeroeid werd (Esther 7:9-10). Het volk van Israël mocht door een nieuwe wet van de koning zich verdedigen tegen iedereen die hen iets wilde aandoen (Esther 8:3-14).


Vasten van Esther

Het Vasten van Esther (Ta'anit Ester, Hebreeuws תענית אסתר) is een joods vasten van zonsopgang tot zonsondergang op de vooravond van het Purimfeest, als herinnering aan de drie dagen vasten waartoe Esther opriep (Esther 4:16).

Het vasten wordt gehouden op de 13de dag van de Hebreeuwse maand Adar. Als het Vasten van Esther valt op Sabbat, dan wordt het vasten gehouden op de donderdag daarvoor.

Omdat het Vasten van Esther niet behoort tot één van de vier soorten vastendagen verordend door de Profeten, is de joodse wetgeving milder ten opzichte van zwangere vrouwen, zogende moeders en mensen die zwak of ziek zijn, zij hoeven niet te vasten. (Overigens in sommige gevallen geld dit ook voor de andere vastendagen).


Geschiedenis

De geschiedenis, zoals die in het Bijbelboek Esther wordt behandeld, heeft zich in de joodse geschiedenis meermalen herhaald. De allereerste keer komen we die tegen in het Bijbelboek Exodus, waar de toenmalige Farao de Joden steeds zwaardere lasten oplegde en hun kinderen doodde. Later zien we soortgelijke pogroms terugkomen, zoals tijdens de kruistochten, de vele veldtochten van de islamstrijders, het nazitijdperk en ook de laatste jaren zien we dat verschillende vormen van antisemitisme nog steeds niet verdwenen zijn, maar eerder weer opkomen. Men denke maar aan de vele demonstraties in de verschillende steden in Europa anno 2009 en later.

Het is dan ook niet verwonderlijk, dat één van de hoofdrolspelers van deze geschiedenis, Haman, een Agagiet werd genoemd, en zo verwijzend naar Agag de koning van de aartsvijand Amalek (1 Sam 15), het prototype werd van iedere op de voorgrond tredende jodenhater. Hij werd het symbool van het vleesgeworden antisemitisme. Het Purim-feest zelf is dan ook enerzijds symbool voor het bewijs van de onmacht van de altijd loerende blindelingse haat, en anderzijds voor de altijd verzekerde redding. Rabbijn S. Ph. de Vries bracht dit als volgt onder woorden: Wat deren ons antisemitisme en pogroms! Wij sterven niet! (Vries, p. ?)

In de loop der jaren is het langzaamaan een vrolijk feest geworden. Men leefde in een continue angst, dat men zich graag troostte in de historische zekerheid dat er altijd redding kwam en de vijand verslagen zou worden. In de tussentijd werd het gezegde Laat ons eten en drinken, want morgen zullen wij sterven (Jes 22:13) in de praktijk gebracht. 

Op 16 oktober 1946 werd Julius Streicher (1 van de 11 ter dood veroordeelden in Neurenberg proces) opgehangen. Terwijl hij naar de galg gebracht werd schreeuwde hij toen hij het schavot opliep "Purim Fest 1946!", daarmee verwijzend naar de 10 zonen van Haman die ook via de galg werden omgebracht (Esth. 9:7-10). Hierbij is opmerkelijk dat in sommige manuscripten (Keter Aram Sova, Koren edition Tanach) een drietal letters kleiner zijn geschreven, nl. de ת in vers 7 en de ש en de ז in vers 9, waarvan de getalswaarde gezamenlijk 707 is, terwijl 1946 volgens de Joodse jaartelling 5707 is. Nu gaat dit niet helemaal op, daar in andere manuscripten ook de ת in vers 9 kleiner is geschreven (Soncino edition Tanach), terwijl in enkele manuscripten (Yemenite manuscripten, Rabbi Joseph Kapach edition Tanach) de  זweer niet kleiner is geschreven (Ephraim Rubin, Purim 1946? Not Exactly).


Folklore

Rondom het feest is in de loop der eeuwen veel folklore ontstaan. Tegenwoordig lijkt het dan ook veel meer op het carnaval, zoals dat in de rest van de wereld wordt gevierd, met exorbitante verkleedpartijen.

In het hedendaagse Israël ziet men dan ook dat Purim zeer uitbundig gevierd wordt, met oa. grote optochten met op straat lopende verklede kinderen, die met ratels (רעשן‎ ra'ashan) zoveel mogelijk lawaai maken (vooral op het moment als de naam Haman wordt genoemd). Deze optochten noemt met Ad-lo-jada "tot men niet (meer) weet", woorden die zich baseren op een uitspraak, dat men op Purim zoveel moet drinken tot men het verschil niet meer weet tussen "gezegend is Mordechai" en "vervloekt is Haman". Het is dan ook het enige feest waar, om deze reden, buitensporig veel wordt gedronken. Ook is het de gewoonte dat er allerlei grappen worden uitgehaald.

Het is een feest dat ook in de familiekring wordt gevierd en het kan dan ook voorkomen dat kinderen verkleed naar de synagoge gaan. Daar wordt de megilla Esther voorgelezen, waarbij de kinderen als ze de naam Haman horen veel kabaal mogen maken. Thuis worden vaak verhalen verteld, zoals "Geld voor de armen":

In Youssi woont een rijke Joodse bankier, hij geeft op Purim altijd een groot geldbedrag aan de ambtenaar. De ambtenaar verdeelt het geld onder de armen van de stad. Op een dag komt een man van heel ver, hij weigert het bedrag dat wordt aangeboden. Hij wil meer, omdat hij van ver komt. De ambtenaar zegt dat hij zelf naar de bankier moet gaan en de bankier besluit deze man iets meer geld te geven.

De arme man is nog niet tevreden en de bankier wordt dan woedend. De arme man vertelt dat de Joden in de toenmalige Perzische hoofdstad Susa voor hun leven vreesden. Haman is aan de macht en er wordt een vasten uitgeroepen. De mensen bidden tot God en de rijken geven geld aan de Joden. Het arme volk merkt dat geld geen geluk brengt. Ze gaan naar de rijken om het geld terug te brengen, maar deze weigeren dit. Na lang onderhandelen besluiten de rijken het geld terug te nemen. Maar elk jaar zullen de armen op Purim hun deel in ontvangst moeten nemen. Zo beheren de rijken het geld dat ook van de armen is. Niemand weet meer wat de arme man toekomt.

De rijke man is diep onder de indruk en schenkt de man die van ver komt een deel van zijn vermogen.

Daarnaast kenmerkt het feest zich door grappen uit te halen (te vergelijken met 1 april). Zo had in 2017 rabbijn Jacobs in samenwerking met Christenen voor Israël een persbericht uitgebracht dat de christelijke politieke partijen SGP en CU allebei aasten dat hij op hun kieslijst kwam, omdat Purim in verkiezingstijd viel (CvI, 6 maart 2017).


Hamansoren

De Hamansoren (משלוח מנות misjlo'ach manot), zijn droge koekjes die tijdens Purim gegeten worden. Het recept komt zeer waarschijnlijk van de Sefardische Joden, die ze Hamansblaadjes noemden, omdat tijdens het bakken de blaadjes omkrullen en dan op oren lijken.

Een recept voor de Hamansoren:

Ingrediënten:
½ kopje suiker
½ kop zachte boter, en wat extra om mee in te vetten
1 ei, gecontroleerd op bloed, losgeklopt
1 eetlepel rozenwater of oranjebloesemwater
2 kopen bloem, gezeefd
½ theelepel bakpoeder
¼ kop maanzaad

Roer de suiker en de boter romig in een grote kom, voeg het ei en rozenwater toe. Meng de bloem met het bakpoeder. Strooi meel en maanzaad in de kom en kneed alles tot een stevig deeg. Maak van het deeg een rol van ongeveer 5 cm doorsnee, wikkel de rol in folie en leg hem een paar uur in de koelkast. Verwarm de oven voor op 180°C (of stand 4). Snijd plakken van ongeveer 1 cm dik van de rol deeg. Leg de koekjes op een ingevette bakplaat en bak ze in 10 á 15 minuten goudbruin.


Verhalen

Vaak worden ook ludieke verhalen verteld (waar vaak alles uit zijn verband wordt gehaald), hier een mooi voorbeeld (welke wij op 8 maart 2009 op onze weblog hadden gezet en door meerdere media is overgenomen):

Nadat Haman was gedwongen om Mordechai rond te leiden op het koninklijk paard, vertelde zijn vrouw Zeresh hem: “Als Mordechai een Jood is, lukken je plannen tegen hem nooit. En als je tegen hem blijft strijden, zal dat fatale gevolgen hebben.” (Esth. 6:13)

Dit is vreemd, omdat Zeresh al wist dat Mordechai een Jood was – Haman had haar dat immers zelf al verteld! (Esth. 5:13) Dus waar had Zeresh het over?

Een andere vraag: Hoe wist Harbona dat Haman reeds een galg had geplaatst voor Mordechai, toen hij aan de koning voorstelde om Haman daaraan op te hangen? (Esth. 7:9) Immers alleen Haman, zijn familie en zijn vrienden wisten van de galg!

En verder: Hoe wist Esther, van alle vrouwen in het koninkrijk, de favoriete vrouw van de koning te worden? De kansen waren astronomisch klein dat zoiets bij toeval zou gebeuren!

Het antwoord op al deze vragen is duidelijk, de Israëlische Mossad was geïnfiltreerd in Perzië, en deze zionisten hadden zich in allerlei hoge posities gemanoeuvreerd om de Perzische koning te overtuigen (of indien nodig, onder druk te zetten) om de Joden terug te laten keren naar Israël.

Esther was natuurlijk een beeldschone Mossad agente, die bovendien hulp had van Hegai, de kamerheer van de koning en één van de meest briljante wetenschappers die de Mossad ooit had opgeleid. Hij was verantwoordelijk voor het parfumeren van de vrouwen die bij de koning moesten komen. Met behulp van geheime zionistische feromone technieken, zorgde Hegai ervoor dat alle vrouwen – ondanks dat ze er goed uitzagen – verschrikkelijk stonken.

Esther, die weigerde (op de suggestie van Hegai) om parfum op te doen (Esth. 2:15), had dus een groot voordeel ten opzichte van de Perzische vrouwen die een maandenlange behandeling hadden ondergaan met Kölnisch Wasser 4711. Hieruit blijkt overduidelijk dat de Mossad achter deze operatie zat.

Maar dat is nog niet alles, ook Zeresh was een betaalde informant van de Mossad, zoals we konden opmaken van haar terloopse “opmerking” dat Mordechai een Jood was, iets wat ze natuurlijk heel goed wist. Wat ze ook wist was, dat als Mordechai onder zijn straf kon uitkomen, ze Haman nooit meer zou zien – dus kon ze de verleiding niet weerstaan een poging te ondernemen om zo van haar man af te komen, met wie ze overigens alleen getrouwd was op verzoek van de Mossad.

En Harbona was haar “handlanger” in deze. De galg, die Haman had gebouwd, bracht Harbona op het idee en hij stelde het voor aan Zeresh – die het op haar beurt weer doorvertelde aan Haman. Harbona, een hoog geplaatste Mossad agent, die zich had weten te infiltreren aan het hof bij de koning, bereidde tot in het kleinste detail de liquidatie van Haman voor.

Dit alles was onderdeel van een groot zionistisch complot, met als doel dat Esther koningin, zou worden, zwanger zou raken van Xerxes, die dan later de zionisten naar Palestina zou sturen om de daar al decennia lang wonende bewoners te verdrijven.

Het is allemaal zo duidelijk!


Aangemaakt 6 mei 2005. laatst bijgewerkt 9 november 2017


Koop nu