De Koptische kalender, ook wel de Alexandrijnse kalender genoemd, is met name in gebruik door de Koptisch-orthodoxe Kerk, zoals veel tegenwoordige kalenders is deze afgeleid van de oude Egyptische kalender. De belangrijkste karakteristieken van de kalender zijn: 13 maanden, waarvan de eerste 12 maanden 30 dagen hebben en aan het einde een toegevoegde maand van 5 of 6 dagen, afhankelijk of het jaar een schrikkeljaar is of niet. Hierbij volgt het Koptische schrikkeljaar dezelfde regels als de Juliaanse kalender, zodat de extra maand altijd zes dagen heeft in het jaar vóór een Juliaans schrikkeljaar.
De Koptische jaartelling werd in het jaar 284 AD ingesteld, omdat in dit jaar de Romeinse keizer Diocletianus aan de macht kwam en diens regering berucht was vanwege de zware vervolging van christenen. Het Koptische jaar wordt herkend aan de afkorting A.M. (= Anno Martyrum niet te verwarren met het Anno Mundi van het Joodse jaar), deze afkorting is gekozen omdat tijdens de Diocletianus veel christenen liet martelen.
De huidige Koptische kalender begint de jaren te tellen vanaf het begin van het troonbestijgingsjaar van de Romeinse keizer Diocletianus, de Anno Diocletiani. Dit komt overeen met 29 augustus op de juliaanse kalender. Onder Diocletianus werden nog christenen vervolgd. Na de vrijwillige afdanking van de keizer werd deze jaartelling in het Romeinse rijk nog een tijd gebruikt, ook al werd ze later niet meer naar hem maar naar zijn offers genoemd: Anno Martyrum (A.M.) of Tijdperk der Martelaren.
Het Koptische jaar begint met het feest Nairuz, de eerste dag van de maand Thout. De begindatum van 29 augustus volgens de juliaanse kalender komt momenteel overeen met 11 september volgens de gregoriaanse kalender, of wanneer het daaropvolgende gregoriaanse jaar een schrikkeljaar is, op 12 september.
Elk vierde jaar van de koptische kalender is een schrikkeljaar. Het eerste schrikkeljaar sinds men de jaartelling van Diocletianus gebruikte, was het jaar 3, (286/287 n.C.). Aangezien het juliaanse en koptische jaar even lang zijn, blijven deze beide kalenders parallel aan elkaar lopen: het koptische nieuwe jaar begint volgens de juliaanse kalender steeds op 29 augustus of in een schrikkeljaar op 30 augustus. De bijkomende regel van de gregoriaanse kalender om 3 schrikkeldagen per 400 jaar weg te laten, bestaat in de koptische kalender niet.
Jaartal volgens de gewone tijdrekening |
Rest nadat het (juliaanse of) gregoriaanse jaartal door 4 wordt gedeeld |
Jaarbegin | |||||
Rest = 0 | Rest = 1 | Rest = 2 | Rest = 3 | in Koptische jaren: 1 Thout in de jaren: |
in Ethiopische jaren: 1 Meskerem in de jaren: |
||
Juliaans (constant:) | 29 aug | 29 aug | 29 aug | 30 aug | 1 − 1299 | 1 − 1575 | |
Gregoriaans | 1583 − 1699 | 8 sep | 8 sep | 8 sep | 9 sep | 1300 − 1416 | 1576 − 1692 |
1700 − 1799 | 9 sep | 9 sep | 9 sep | 10 sep | 1417 − 1516 | 1693 − 1792 | |
1800 − 1899 | 10 sep | 10 sep | 10 sep | 11 sep | 1517 − 1616 | 1793 − 1892 | |
1900 − 2099 | 11 sep | 11 sep | 11 sep | 12 sep | 1617 − 1816 | 1893 − 2092 | |
2100 − 2199 | 12 sep | 12 sep | 12 sep | 13 sep | 1817 − 1916 | 2093 − 2192 | |
2200 − 2299 | 13 sep | 13 sep | 13 sep | 14 sep | 1917 − 2016 | 2193 − 2292 | |
Rest 1 | Rest 2 | Rest 3 | Rest 0 | Koptisch jaar + 283 = gregoriaans jaar |
Ethiopisch jaar + 7 = gregoriaans jaar |
||
Rest nadat het Koptische of Ethiopische jaartal door 4 wordt gedeeld |
De koptische maandnamen en hun begin ten opzichte van de jaren 1900 tot 2099 van de gregoriaanse tijdrekening. In de laatste kolom staat wanneer de koptische maanden beginnen vanaf september vóór een komend gregoriaans schrikkeljaar.
Transliteratie (oude uispraak) |
Moderne uitspraak | Koptisch schrift | Arabisch | Dagen | 1ste dag | 1ste dag voor of in schrikkeljaar |
Thout | Thout | ϴωογτ | توت | 30 | 11 september | 12 september |
Phaophi | Baba | Παοπι | بابه | 30 | 11 oktober | 12 oktober |
Hathyr | Hathor | Αθορ | هاتور | 30 | 10 november | 11 november |
Choiak | Choiak | Χοιακ | كيهك | 30 | 10 december | 11 december |
Tobi | Tovi | Τωβι | طوبه | 30 | 9 januari | 10 januari |
Mesjir | Mesjir | Μεϣιρ | أمشير | 30 | 8 februari | 9 februari |
Paremhat | Baramhat | Παρεμϩατ | برمهات | 30 | 10 maart | |
Pharmouthi | Baremoude | Φαρμοθι | برموده | 30 | 9 april | |
Pasjons | Basjons | Παϣανϲ | بشنس | 30 | 9 mei | |
Paoni | Baona | Παωνι | بوؤنه | 30 | 8 juni | |
Epiphi | Abib | Επηπ | أبيب | 30 | 8 juli | |
Mesori | Mesra | Μεϲωρη | مسرى | 30 | 7 augustus | |
Pi Kogi Enavot | al-shahr al-sghyr | Πικογϫι μαβοτ | الشهر الصغير | 5 of 6 | 6 september |
De week begint op zondag. De namen van de dagen luiden:
1. | Tkyriaka | zondag |
2. | Pesnau | maandag |
3. | Pshoment | dinsdag |
4. | Peftoou | woensdag |
5. | Ptiou | donderdag |
6. | Psoou | vrijdag |
7. | Psabbaton | zaterdag |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!