H3559 כּוּן
vaststaan, bereiden, vestigen, bevestigen, gereed maken, richten
Psalm 89:38 | Hij zal eeuwiglijk bevestigd worden, gelijk de maan; en de Getuige in den hemel is getrouw. Sela. |
Psalm 90:17 | En de liefelijkheid des HEEREN, onzes Gods; zij over ons; en bevestig Gij het werk onzer handen over ons, ja, het werk onzer handen, bevestig dat. |
Psalm 93:1 | De HEERE regeert, Hij is met hoogheid bekleed; de HEERE is bekleed met sterkte, Hij heeft Zich omgord. Ook is de wereld bevestigd, zij zal niet wankelen. |
Psalm 93:2 | Van toen af is Uw troon bevestigd, Gij zijt van eeuwigheid af. |
Psalm 96:10 | Zegt onder de heidenen: De HEERE regeert; ook zal de wereld bevestigd worden, zij zal niet bewogen worden; Hij zal de volken richten in alle rechtmatigheid. |
Psalm 99:4 | En de sterkte des Konings, die het recht lief heeft. Gij hebt billijkheden bevestigd, Gij hebt recht en gerechtigheid gedaan in Jakob. |
Psalm 101:7 | Wie bedrog pleegt, zal binnen mijn huis niet blijven; die leugenen spreekt, zal voor mijn ogen niet bevestigd worden. |
Psalm 102:29 | De kinderen Uwer knechten zullen wonen, en hun zaad zal voor Uw aangezicht bevestigd worden. |
Psalm 103:19 | De HEERE heeft Zijn troon in de hemelen bevestigd, en Zijn Koninkrijk heerst over alles. |
Psalm 107:36 | En Hij doet de hongerigen aldaar wonen, en zij stichten een stad ter woning; |
Psalm 108:2 | O God! mijn hart is bereid; ik zal zingen en psalmzingen, ook mijn eer. |
Psalm 112:7 | [Mem.] Hij zal voor geen kwaad gerucht vrezen; [Nun.] zijn hart is vast, betrouwende op den HEERE. |
Psalm 119:5 | Och, dat mijn wegen gericht werden, om Uw inzettingen te bewaren! |
Psalm 119:73 | Jod. Uw handen hebben mij gemaakt, en bereid; maak mij verstandig, opdat ik Uw geboden lere. |
Psalm 119:90 | Uw getrouwheid is van geslacht tot geslacht; Gij hebt de aarde vastgemaakt, en zij blijft staan; |
Psalm 119:133 | Maak mijn voetstappen vast in Uw Woord, en laat geen ongerechtigheid over mij heersen. |
Psalm 140:12 | Een man van [kwade] tong zal op de aarde niet bevestigd worden; een boos man des gewelds, dien zal men jagen, totdat hij geheel verdreven is. |
Psalm 141:2 | Mijn gebed worde gesteld als reukwerk voor Uw aangezicht, de opheffing mijner handen [als] het avondoffer. |
Psalm 147:8 | Die de hemelen met wolken bedekt, Die voor de aarde regen bereidt; Die het gras [op] de bergen doet uitspruiten; |
Spreuken 3:19 | De HEERE heeft de aarde door wijsheid gegrond, de hemelen door verstandigheid bereid. |