H3559 כּוּן
vaststaan, bereiden, vestigen, bevestigen, gereed maken, richten
Spreuken 4:18 | Maar het pad der rechtvaardigen is gelijk een schijnend licht, voortgaande en lichtende tot den vollen dag toe. |
Spreuken 4:26 | Weeg den gang uws voets, en laat al uw wegen wel gevestigd zijn. |
Spreuken 6:8 | Haar brood bereidt in den zomer, haar spijs vergadert in den oogst. |
Spreuken 8:27 | Toen Hij de hemelen bereidde, was Ik daar; toen Hij een cirkel over het vlakke des afgronds beschreef; |
Spreuken 12:3 | De mens zal niet bevestigd worden door goddeloosheid; maar de wortel der rechtvaardigen zal niet bewogen worden. |
Spreuken 12:19 | Een waarachtige lip zal bevestigd worden in eeuwigheid; maar een valse tong is [maar] voor een ogenblik. |
Spreuken 16:3 | Wentel uw werken op den HEERE, en uw gedachten zullen bevestigd worden. |
Spreuken 16:9 | Het hart des mensen overdenkt zijn weg; maar de HEERE stiert zijn gang. |
Spreuken 16:12 | Het is der koningen gruwel goddeloosheid te doen; want door gerechtigheid wordt de troon bevestigd. |
Spreuken 19:29 | Gerichten zijn voor de spotters bereid, en slagen voor den rug der zotten. |
Spreuken 20:18 | Elke gedachte wordt door raad bevestigd, daarom voer oorlog met wijze raadslagen. |
Spreuken 21:29 | Een goddeloos man sterkt zich in zijn aangezicht; maar de oprechte, die maakt zijn weg vast. |
Spreuken 21:31 | Het paard wordt bereid tegen den dag des strijds; maar de overwinning is des HEEREN. |
Spreuken 22:18 | Want het is liefelijk, als gij die in uw binnenste bewaart; zij zullen samen op uw lippen gepast worden. |
Spreuken 24:3 | Door wijsheid wordt een huis gebouwd, en door verstandigheid bevestigd; |
Spreuken 24:27 | Beschik uw werk daarbuiten, en bereid het voor u op den akker, en bouw daarna uw huis. |
Spreuken 25:5 | Doe den goddelozen weg van het aangezicht des konings, en zijn troon zal door gerechtigheid bevestigd worden. |
Spreuken 29:14 | Een koning, die de armen in trouw recht doet, diens troon zal in eeuwigheid bevestigd worden. |
Spreuken 30:25 | De mieren zijn een onsterk volk; evenwel bereiden zij in den zomer haar spijs. |
Jesaja 2:2 | En het zal geschieden in het laatste der dagen, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen, en dat hij zal verheven worden boven de heuvelen, en tot denzelven zullen alle heidenen toevloeien. |