Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
vr, van Hebreeuwse oorsprong H01904; TDNT - 1:55,10;
Hagar = "vlucht"
1) Abrahams bijvrouw en moeder van Ismaël
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
Ἅγαρ (Rec. Ἄ-), ἡ, indecl. (in FlJ, Ἀγάρα, -ης, Heb. הָגָר H1904), Hagar (Ge 16): Ga 4:24, 25.†