Zwaard

Bijbelteksten

Psalm 7:13Indien hij zich niet bekeert, zo zal Hij Zijn zwaard wetten; Hij heeft Zijn boog gespannen, en dien bereid,
Psalm 17:13Sta op, HEERE, kom zijn aangezicht voor, vel hem neder; bevrijd mijn ziel met Uw zwaard van den goddeloze;
Psalm 22:21Red mijn ziel van het zwaard, mijn eenzame van het geweld des honds.
Psalm 37:14[Cheth.] De goddelozen hebben het zwaard uitgetrokken, en hun boog gespannen, om den ellendige en nooddruftige neder te vellen, om te slachten, die oprecht van weg zijn.
Psalm 37:15[Maar] hun zwaard zal in hunlieder hart gaan; en hun bogen zullen verbroken worden.
Psalm 39:3Ik was verstomd [door] stilzwijgen, ik zweeg van het goede; maar mijn smart werd verzwaard.
Psalm 44:4Want zij hebben het land niet geerfd door hun zwaard, en hun arm heeft hun geen heil gegeven; maar Uw rechterhand, en Uw arm, en het licht Uws aangezichts, omdat Gij een welbehagen in hen hadt.
Psalm 44:7Want ik vertrouw niet op mijn boog, en mijn zwaard zal mij niet verlossen.
Psalm 45:4Gord Uw zwaard aan de heup, o Held! Uw Majesteit en Uw heerlijkheid.
Psalm 55:22Zijn mond is gladder dan boter, maar zijn hart is krijg; zijn woorden zijn zachter dan olie, maar dezelve zijn blote zwaarden.
Psalm 57:5Mijn ziel is in het midden der leeuwen, ik lig [onder] stokebranden, mensenkinderen, welker tanden spiesen en pijlen zijn, en hun tong een scherp zwaard.
Psalm 59:8Zie, zij storten overvloediglijk uit met hun mond; zwaarden zijn op hun lippen; want wie hoort het?
Psalm 63:11Men zal hen storten door het geweld des zwaards; zij zullen den vossen ten deel worden.
Psalm 64:4Die hun tong scherpen als een zwaard, een bitter woord aanleggen [als] hun pijl;
Psalm 76:4Aldaar heeft Hij verbroken de vurige pijlen van den boog, het schild, en het zwaard, en den krijg. Sela.
Psalm 78:62En Hij leverde Zijn volk over ten zwaarde, en werd verbolgen tegen Zijn erfenis.
Psalm 78:64Hun priesters vielen door het zwaard, en hun weduwen weenden niet.
Psalm 89:44Gij hebt ook de scherpte zijns zwaards omgekeerd, en hebt hem niet staande gehouden in den strijd.
Psalm 144:10Gij, die den koningen overwinning geeft, Die Zijn knecht David ontzet van het boze zwaard;
Psalm 149:6De verheffingen Gods zullen in hun keel zijn; en een tweesnijdend zwaard in hun hand;

Hadderech