Job 33:23 | Is er dan bij Hem een Gezant, een Uitlegger, een uit duizend, om den mens zijn rechten plicht te verkondigen; |
Job 42:12 | En de HEERE zegende Jobs laatste meer dan zijn eerste; want hij had veertien duizend schapen, en zes duizend kemelen, en duizend juk runderen, en duizend ezelinnen. |
Psalm 50:10 | Want al het gedierte des wouds is Mijn, de beesten op duizend bergen. |
Psalm 60:2 | Als hij gevochten had met de Syriers van Mesopotamie, en met de Syriers van Zoba; en Joab wederkwam, en de Edomieten sloeg in het Zoutdal, twaalf duizend. |
Psalm 68:18 | Gods wagenen zijn tweemaal tien duizend, de duizenden verdubbeld. De Heere is onder hen, een Sinai in heiligheid! |
Psalm 84:11 | Want een dag in Uw voorhoven is beter dan duizend [elders]; ik koos liever aan den dorpel in het huis mijns Gods te wezen, dan lang te wonen in de tenten der goddeloosheid. |
Psalm 90:4 | Want duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren, als hij voorbijgegaan is, en [als] een nachtwaak. |
Psalm 91:7 | Aan uw zijden zullen er duizend vallen, en tien duizend aan uw rechterhand; tot u zal het niet genaken. |
Psalm 105:8 | Hij gedenkt Zijns verbonds tot in der eeuwigheid, des woords, [dat] Hij ingesteld heeft, tot in duizend geslachten; |
Psalm 119:72 | De wet Uws monds is mij beter, dan duizenden van goud of zilver. |
Prediker 6:6 | Ja, al leefde hij schoon tweemaal duizend jaren, en het goede niet zag; gaan zij niet allen naar een plaats? |
Prediker 7:28 | Dewelke mijn ziel nog zoekt, maar ik heb haar niet gevonden: een man uit duizend heb ik gevonden; maar een vrouw onder die allen heb ik niet gevonden. |
Hooglied 4:4 | Uw hals is als Davids toren, die gebouwd is tot ophanging van wapentuig, waar duizend rondassen aan hangen, altemaal zijnde schilden der helden. |
Hooglied 8:11 | Salomo had een wijngaard, te Baal-hamon; hij gaf dezen wijngaard aan de hoeders, een ieder bracht voor deszelfs vrucht duizend zilverlingen. |
Hooglied 8:12 | Mijn wijngaard, dien ik heb, is voor mijn aangezicht; de duizend [zilverlingen] zijn voor u, o Salomo! maar tweehonderd zijn voor de hoeders van deszelfs vrucht. |
Jesaja 7:23 | Ook zal het te dienzelfden dage geschieden, dat iedere plaats, alwaar duizend wijnstokken geweest zijn, van duizend zilverlingen, tot doornen en distelen zal zijn; |
Jesaja 30:17 | Een duizend van het schelden van een enige, van het schelden van vijf zult gij [allen] vlieden; totdat gij overgelaten wordt, gelijk een mast op den top van een berg, en als een banier op een heuvel. |
Jesaja 36:8 | Nu dan, wed toch met mijn heer, den koning van Assyrie; en ik zal u twee duizend paarden geven, zo gij voor u de ruiters daarop zult kunnen geven. |
Jesaja 37:36 | Toen voer de engel des HEEREN uit, en sloeg in het leger van Assyrie honderd vijf en tachtig duizend. En toen zij zich des morgens vroeg opmaakten, ziet, die allen waren dode lichamen. |
Jesaja 60:22 | De kleinste zal tot duizend worden, en de minste tot een machtig volk; Ik, de HEERE, zal zulks te zijner tijd snellijk doen komen. |